De Strategische Alliantie Leiden-Delft-Erasmus bestaat alweer ruim 5 jaar. In de eerste fase is veel bereikt en de universiteiten zijn positief over de samenwerking. In september is de voorbereiding gestart van de strategiebepaling voor de volgende fase: 2019-2024. Kristel Baele, voorzitter LDE stuurgroep (de drie Colleges van Bestuur) en voorzitter van het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam, licht dit toe:
Hoe wordt de volgende fase van de Leiden-Delft-Erasmus-samenwerking voorbereid?
“We zijn afgelopen september gestart met gesprekken over de volgende fase van de Leiden-Delft-Erasmus-samenwerking. Die gesprekken vinden niet alleen plaats in de LDE-stuurgroep maar zeker ook daarbuiten. Bijvoorbeeld met de trekkers van de centres, decanen en studenten, maar ook met stakeholders in de regio. Als we wat meer duidelijkheid over de koers hebben gaan we ook met medezeggenschapsraden in gesprek. Dit zal een groot gedeelte van 2018 in beslag nemen.”
Hoe zorgen jullie voor input van buiten voor de nieuwe strategie?
“De samenwerking tussen de universiteiten richt zich onder andere op het in gezamenlijkheid bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken. Onze slogan is dan ook: “Three universities working together for science and society”. Deze maatschappelijke vraagstukken staan op internationale, nationale maar ook regionale agenda’s. We vinden het in de strategiebepaling erg belangrijk om van buiten naar binnen te redeneren en externe stakeholders te betrekken. In november zijn we daarom in Brussel geweest voor overleg met de Europese Commissie en op 11 december zijn we aan tafel gegaan met de provincie Zuid-Holland. Samen kijken we dan waar maatschappelijke opgaven raken aan de agenda en expertises van de drie universiteiten.”
Valt er al iets te zeggen over de visie van de stuurgroep?
“Dat is nog wat vroeg en een broedende kip moet je niet storen. Maar duidelijk is wel dat de Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam overtuigd zijn van het belang van de samenwerking. Als we de krachten bundelen staan we niet alleen internationaal sterker maar kunnen we, juist omdat we multidisciplinair samenwerken, vanuit complementariteit, een betere bijdrage aan de samenleving leveren. Een mooi voorbeeld is het Centre for Frugal Innovation, waar technische-, economische- en menswetenschappen elkaar vinden in een heel nieuw vakgebied. Overigens vindt de Leiden-Delft-Erasmus-samenwerking niet alleen plaats in de centres, maar ook in vele onderzoeksprogramma’s. Ook het gezamenlijke onderwijs, zoals de master Klinische Technologie en de minor Responsible Innovation, is een belangrijk resultaat. Het geeft studenten een brede blik en bereidt ze beter voor op nieuwe arbeidsmarkten.”
Welke ontwikkelingen zijn relevant voor de nieuwe strategie van Leiden-Delft-Erasmus?
“Dat zijn bijvoorbeeld demografische ontwikkelingen zoals migratie, urbanisatie en vergrijzing. Maar ook duurzaamheidsvraagstukken en de toenemende digitalisering. Je vindt deze thema´s terug in de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, het EU-programma Horizon 2020 en de opvolger KP9, de Nationale Wetenschapsagenda en het VSNU-initiatief voor de Digitale Samenleving.”
Wat vraagt het van universiteiten om hier op in te kunnen spelen?
“Inspelen op de grote maatschappelijke vraagstukken vraagt om een multidisciplinaire benadering. Daarvoor heeft één universiteit vaak niet meer voldoende in huis en dat maakt samenwerken cruciaal. De drie universiteiten bieden vrijwel het volledige palet aan wetenschappelijke expertises om bij te dragen aan oplossingen voor die grote vraagstukken. Naast samenwerking tussen de universiteiten is ook een andere aanpak nodig, namelijk een waarbij je burgers en maatschappelijke partijen, overheden en bedrijven, betrekt. Deze aanpak zie je bijvoorbeeld terug bij het Centre for BOLD Cities. Hier werken wetenschappers samen met het Centraal Bureau voor Statistiek, gemeenten en uitkeringsgerechtigden aan het verbeteren van het re-integratietraject.”