31 mei 2020 - Naar verwachting zal de wereldbevolking tot aan 2050 met twee miljard mensen toenemen. Tegelijk dwingt klimaatverandering ons om het gebruik van grondstoffen te beperken. Biedt de overgang naar een circulaire economie uitkomst? In een Master Honours Class verkennen studenten de mogelijkheden: ‘Verandering mogelijk, mits de motivatie er is.’
Deelnemers van de Master Honours Class Circular economy: from challenge to opportunityduiken de diepte in van wat weleens de economie van de toekomst zou kunnen zijn: een systeem waarin grondstoffen zo veel mogelijk worden hergebruikt, in plaats van opgebruikt. Via pitches, praktijkopdrachten en seminars, die ze naast hun reguliere masterprogramma volgen, krijgen de studenten een inkijkje in de kansen en uitdagingen die bij zo’n systeem komen kijken.
Subtieler stimuleren
In een seminar in februari staat de bouw centraal. Gastspreker Stefanie Tseggai vertelt hoe haar architectenbureau met materialen van oogstkaart.nl een breed scala aan bouwwerken wist te maken, zoals een speeltuin van windmolens en een kantoor in een vervallen zwembad (zie hier voor een totaaloverzicht). Vaak lukte het hergebruiken van materialen nog onopvallend ook: ‘Ik hou ervan wanneer je het niet direct ziet, omdat het er gewoon goed uitziet’, zegt een stralende Tseggai.
Met deze circulaire aanpak daalt de ecologische voetafdruk van bouwprojecten volgens de architecte tot soms wel negentig procent. Een voorbeeld voor de rest van de bouw, vinden studentes Leander en Nikki, die na Tseggai een presentatie geven: ‘Duurzaamheid zit nog te weinig in het achterhoofd, terwijl juist de ontwerp- en ontwikkelfases zo bepalend zijn. We moeten vooruitdenken.’
Via discussies doen de participanten dat zelf ook. Wat te doen, bijvoorbeeld, om gemeenschappelijke woonfaciliteiten populairder te maken? ‘Mensen gaan vooral goed om met hun eigen spullen’, merkt iemand op. ‘Anders hebben ze vaak stimulering nodig, financieel of anderszins.’ Dat kan ook subtieler, vindt een ander: ‘Creëer een positieve associatie met gedeelde voorzieningen.’ Als voorbeeld noemt hij slim geplaatste wasserettes, waar gebruikers van het uitzicht kunnen genieten.
Hoopvolle ontwikkelingen
Zulke ideeën zijn mooi, ‘maar weet ook waar je in de praktijk tegenop loopt’, zegt de coördinator van de class, René Kleijn. Daarom zet hij zijn studenten in de weken erop aan het werk met een praktijkopdracht, waarbij ze oplossingen zoeken voor problemen die lokale organisaties hen aanreiken. Zo neemt een groepje de operatiekamers in het LUMC onder de loep. De studenten ontdekken dat recyclebare materialen daar soms op de afvalberg belanden en dat geopende kits na een operatie in hun geheel worden weggegooid, ook als niet alles daarvan gebruikt is.
Eind april pitchen ze online hun oplossingen. Meer recyclebaar gereedschap en plasticafvalbakken, maar ook scholing van werknemers, wier houding een hindernis kan zijn. ‘Mensen vergeten dat broeikasgassen ook slecht zijn voor de volksgezondheid – en die moet belangrijker worden gevonden dan het ongemak van maatregelen.’ Wat dat betreft stemmen de ontwikkelingen in de coronacrisis hen hoopvol: ‘Het LUMC-greenteam probeert al jaren richtlijnen te wijzigen, en nu is daar ineens schot in gekomen. Verandering is dus mogelijk, mits de motivatie er is.’
Een interessante rit
Motivatie hebben de deelnemers van de Honours Class zelf in ieder geval getoond, vindt coördinator Kleijn. Na afloop van de pitches spreekt hij zijn studenten toe: ‘De afgelopen maanden waren een interessante rit. Bedankt voor jullie enthousiasme!’ De economie van de toekomst, die zal er komen, maar nu is het tijd voor een adempauze: ‘Ik hoop dat we dit ooit nog leuker af kunnen sluiten – bijvoorbeeld met een drankje in de hand’, knipoogt Kleijn. Dat idee kan na urenlang videobellen wel op applaus rekenen.
Tekst: Michiel Knoester
Fotografie: Buro JP
Mail de redactie
Dit artikel is overgenomen van de website van de Universiteit Leiden