circulaire economie
De wauw-factor voorbij
Van flitsend idee naar duurzame toekomst

De wauw-factor voorbij

Een app tegen voedselverspilling, een ‘lease’-fietslamp. Het bruist van de creatieve maar soms geïsoleerde ideeën en uitvindingen voor een duurzame toekomst. Het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability brengt ze verder richting circulaire economie.

Nederland verspilt voedsel en niet zo weinig ook: elke week wordt volgens het CBS per Nederlander ruim 2,5 kilo voedsel weggegooid, waarvan 38% prima eetbaar is. Wouter Kok, pas afgestudeerd aan de TU Delft,  wilde daar iets aan doen en bedacht de app ‘Expiry’. Daarmee won hij 10 november de eerste prijs in de ‘Challenge Circulair Zuid-Holland’. Dat werd bekendgemaakt op het ‘Festival van de Toekomst’ van de provincie Zuid-Holland. 


Bekijk het filmpje over de Challenge Circulair Zuid-Holland 

APP OP JE BONUSPAS 

Het concept van ‘Expiry’, een app die aan klantenkaarten van supermarkten wordt gekoppeld, is vrij eenvoudig en bij diverse supermarkten toepasbaar: je klantenkaart (‘bonuspas’) registreert niet alleen je aankopen maar ook de uiterlijke houdbaarheidsdatum daarvan. De gekoppelde app ‘Expiry’ geeft je een signaal wanneer een product de houdbaarheidsdatum dreigt te overschrijden. Ook geeft hij bij eetbare producten suggesties voor het bereiden van smakelijke maaltijden, door zoveel mogelijk producten te combineren die je al in huis hebt.

De ‘Challenge Circulair Zuid-Holland’, waaraan vooral studententeams en startups meededen, was een initiatief van de provincie Zuid-Holland, de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland en het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability. Het doel was om in korte tijd zoveel mogelijk ideeën op te halen voor een circulaire economie: de grote ambitie van Zuid-Holland, dat in 2050 volledig circulair wil zijn. 
lees meer over de Challenge
de acht finalisten

VAN CREATIEF IDEE NAAR DUURZAME TOEKOMST

De app tegen voedselverspilling, een duurzame batterij, een fietslamp die je uit de muur haalt en omruilt als hij leeg is: het bruist in Zuid-Holland van de creatieve ideeën en uitvindingen die mee moeten helpen om onze maatschappij duurzamer en meer circulair te maken: een maatschappij die grondstoffen her- in plaats van opgebruikt en die schaarse en vervuilende grondstoffen vervangt door schone.

Maar hoe loopt die weg van concreet, creatief, inspirerend maar soms geïsoleerd idee naar het verwezenlijken van die even inspirerende maar bijna utopische toekomstvisie, die ‘circulariteit’ by the way ook nog combineert met economische groei. Dat is precies de vraag die het Centre for Sustainability samen met vele andere partners werkenderwijs wil beantwoorden, in de eigen regio en (ver) daarbuiten.  

De winnaars en de jury van de Challenge Circulair Zuid-Holland
Winnaars en jury van de Challenge Circulair Zuid-Holland

‘KLEINE IDEEËN LATEN ZIEN WAT ER NIET WERKT’

Gertjan de Werk is associate director van het Centre for Sustainability. ‘Zo’n wedstrijd en zo’n Festival van de Toekomst zijn belangrijk’, betoogt hij. ‘Je maakt er enorm veel energie en een heleboel ideeën mee los. En juist met die kleine ideeën kun je laten zien wat er in het systeem niet werkt.’ Er kwamen bij Challenge Circulair Zuid-Holland 40 inzendingen binnen, waarvan er acht door mochten naar de finale. De winnaar, Wouter Kok met ‘Expiry’, krijgt 3500 euro om zijn idee uit te werken en het team dat de tweede prijs won krijgt 1500 euro, voor een batterij van aluminium en zuurstof die duurzaam geproduceerde energie kan opslaan.  

DOORONTWIKKELING OP MAAT 

Maar de wedstrijd is pas het begin van de lange route richting ‘Zuid-Holland circulair’. De Werk: ‘Voor al die ideeën van de Challenge gaan we nu op maat ondersteuning zoeken. De app Expiry heeft bijvoorbeeld een goed businessmodel nodig. En die batterij moet vooral wetenschappelijk doorontwikkeld worden. Dus die proberen we in te bedden in de KIC Raw Materials  (een groot Europees consortium waarin het Centre participeert, red.).  Bij de fietslamp wil de provincie Zuid-Holland launching customer zijn, waarmee ze vertrouwen laat zien in verdere ontwikkeling. Weer een ander idee, een tiny house op een groen dak, heeft meer aan zichtbaarheid dan aan geld, dat moet dus een plek krijgen op een grote bouwconferentie. En van de 40 inzendingen zijn er zeker 30 geschikt om mee te nemen in de agenda “Groene Groei” van de Provincie.  Nu gaan we samen met de Provincie en de Milieufederatie bekijken hoe we ze op de beste manier kunnen gebruiken voor de Toekomstagenda van Zuid-Holland.’

FESTIVAL ALS LIVING LAB

Het Centre for Sustainability ziet een belangrijke rol weggelegd voor de universiteiten zelf, om al die creatieve ideeën sneller in de praktijk te krijgen, maar vooral ook om voor een goede wetenschappelijke onderbouwing te zorgen. ‘De window dressing voorbij dus’, zegt De Werk.
Ook de eigen studenten worden er wijzer van. Die kunnen bijvoorbeeld  een summer course doen op het festival ‘Welcome to the Village’ in Leeuwarden.

Een festival kan, als miniatuur maatschappij, als living lab fungeren waar innovaties worden ingebracht en uitgetest. Dat is de gedachte achter Innofest, waarin het Centre for Sustainability partner is; de TU Delft was een van de grondleggers. Innofest is een samenwerking van acht festivals in het noorden van het land, die hun festival inzetten als living lab voor duurzame innovatie. Tijdens het festival wordt samen met het publiek getest of een innovatie het wel of niet doet, en hoe hij dan verbeterd kan worden. Het doel is het festival zelf te verduurzamen, maar uiteindelijk ook de hele maatschappij.


Bekijk het filmpje over ‘Dorp’

Het Leeuwardense ‘Welcome to the Village’, een van de festivals van Innofest, had daarom in 2016 ‘DORP’ ingericht. Bedrijven uit de regio brachten hun innovaties in, die samen met een multidisciplinair team van studenten uit de drie Leiden-Delft-Erasmus universiteiten, aangevuld met studenten van hogescholen uit de noordelijke regio, werden uitgewerkt en getest.

Het Centre for Sustainability koppelde dit aan een summer course voor masterstudenten van de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit. De Werk: ‘Innovaties worden er verder ontwikkeld, de studenten komen een stap verder en het is ook nog eens een fantastische manier om het publiek erbij te betrekken.’

De EU vond Innofest zo veelbelovend dat ze de organisatie afgelopen zomer voor drie jaar een subsidie toekende uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

KENNIS- EN INNOVATIEHUBS

Eigenlijk is de stap van een flitsend festival naar de structurele kennis- en innovatiehubs die het Centre for Sustainability samen met diverse organisaties nu aan het opzetten is, niet eens zo groot. Ook die hubs, die nog steviger in het onderwijs zijn ingebed dan de summer course, zijn namelijk gestoeld op de gedachte: we laten wetenschappers, studenten en maatschappelijke stakeholders samenwerken aan duurzame innovaties, die in een iteratief proces steeds een stapje verder worden gebracht.

De Werk: ‘Eerst gaan we daar samen met een aantal bedrijven en organisaties op zoek naar uitdagingen en barrières. En dan zetten we de studenten aan het werk, in een soort snelkookpan. Kort door de bocht: hoogleraren zetten de lijn uit, promovendi en postdocs vullen die nader in en studenten vormen met hun projecten en afstudeerscripties een hele actieve brug naar de bedrijven en overheden.

‘De volgende stap is dan weer dat we voorstellen doen voor cofinanciering van bedrijven voor langere onderzoeksprojecten. Als je met die kennis- en innovatiehubs kunt aantonen dat je iets wil waar de maatschappij op langere termijn iets aan heeft en dat die onderzoekjaren echt nodig zijn, kun je bedrijven echt wel interesseren.’ 

Launch van ‘De Gelukkige Stad’. Links Gertjan de Werk.
Launch van ‘De Gelukkige Stad’. Links Gertjan de Werk.

Studenten stellen samen met stakeholders onderzoeksvragen op.
Studenten stellen samen met stakeholders onderzoeksvragen op.

DE GELUKKIGE STAD

De eerste kennis- en innovatiehub is ‘De Gelukkige Stad’ ofwel de ‘Happy City Hub’. Woensdag 30 november was de aftrap in Rotterdam. Aan ronde tafels formuleerden studenten samen met probleemeigenaren een aantal onderzoeksvragen. Bijvoorbeeld met Hubert Baardemans, directeur van afvalverwerkingsbedrijf Van Gansewinkel: hoe kunnen we de systemen van afvalinzameling en afvalverwerking verbeteren? En hoe kunnen we persoonlijk gedrag beïnvloeden zodat het afval gescheiden wordt? Hoe kunnen we businessmodellen verbeteren en start-ups ontwikkelen die een langere levensduur hebben dan een aantal maanden?

In ‘De Gelukkige Stad’ gaan 24 honoursstudenten van de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam werken aan dit soort problemen. Daarnaast is er voor zes masterstudenten een plek om binnen de hub hun afstudeerscriptie te schrijven. 'De Gelukkige Stad’ is een samenwerking met het al bestaande gelijknamige Leiden-Delft-Erasmus honours-programma.  

Lees meer over ‘De Gelukkige Stad'

BOTTOM-UP EN TOP-DOWN

De Werk: ‘Bedenk wel: we willen niet de indruk wekken dat we alleen maar bottom-up met leuke ideeën bezig zijn. We hebben twee sporen: top-down en bottom-up. Terwijl onze studenten met creatieve ideeën en individuele innovaties bezig zijn, schrijven onze hoogleraren beleidsadviezen voor overheden, spelen een leidende rol in Europese consortia en creëren bestuurlijk draagvlak.’  
Zie hiervoor bijvoorbeeld dit artikel

HP2016


Foto in banner:
credits: Ruben van Vliet  
Beschrijving: Sweat shop in DORP @ Welcome to The Village  

 

Meer informatie vindt u op:
Innofest
Innovationlab