De afdeling stedenbouw van de TU Delft heeft internationaal een sterke reputatie. Nederlandse kennis wordt wereldwijd erkend en gebruikt. Stedenbouw houdt sterk verband met vraagstukken op het gebied van een duurzame, gezonde, inclusieve en veilige leefomgeving. Maak kennis met een aantal hoogleraren stedenbouw van de TU Delft en de breedte van hun vakgebied.
Maarten van Ham: de sociale samenhang in buurten
Sinds 2011 is prof. dr. Maarten van Ham hoogleraar Urban Geography aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Hij schreef samen met een internationale groep het boek 'Socio-Economic Segregation in European Capital Cities', over de toegenomen kloof tussen arm en rijk en de gevolgen voor de sociale cohesie in steden.
“Ik ben gefascineerd door veranderingen in steden en buurten en de invloed die buurtkenmerken op het leven van mensen kunnen hebben. Een beter begrip hiervan heeft een grote maatschappelijke relevantie. Denk bijvoorbeeld aan de sloop- versus nieuwbouwdiscussie in achterstandswijken. Wat zijn de effecten van het mengen van buurten? Zijn die investeringen het waard? '
Data over langere tijd
'Ik vind het bijzonder dat er nu zoveel ontwikkelingen zijn in de beschikbaarheid van data. Met longitudinale data is het mogelijk om mensen over lange tijd te volgen, waardoor we allerlei nieuwe mogelijkheden krijgen voor onderzoek. Dit soort data is ook in steeds meer landen beschikbaar waardoor we internationale vergelijkingen kunnen maken. Met longitudinale data kunnen we beter oorzaak en gevolg uit elkaar houden en wat de effecten zijn van verhuizen en het wonen in bepaalde buurten.'
> Lees meer over prof. dr. Maarten van der Ham
Chris Zevenbergen: Veilig wonen in verstedelijkte delta's
Al vele decennia staat Nederland in de wereld bekend als een van de topkennislanden als het gaat om waterveiligheid en ruimtelijke ordening. Belangrijke kennis voor deltagebieden die snel verstedelijken en steeds meer inwoners veilig moeten kunnen huisvesten. Prof. ir. Chris Zevenbergen is sinds februari is aangesteld als (deeltijd) hoogleraar Delta Urbanism aan de Faculteit Bouwkunde en wil Nederland als expert en het kennisgebied Delta Urbanism weer op de kaart zetten: 'Al meer dan 25 jaar begeef ik mij op internationaal niveau in allerlei projecten en onderzoeken waar watergevoelige stedelijke ontwerpen en stedelijk overstromingsrisicobeheer op de agenda staan. Met toenemende druk door bevolkingsgroei, industrialisatie en een veranderend klimaat is het belangrijker dan ooit dat waardevolle maar kwetsbare delta’s hun veerkracht vergroten tegen veranderende omstandigheden.'
'De rol van het ruimtelijk ontwerp in Delta Urbanism heeft meerdere dimensies. Het gaat om het identificeren (en creëren) van scenario’s voor duurzame en veilige delta’s, en om het verbinden en draagvlak voor de weg daar naartoe. Maar ook om het agenderen en verleiden (van de politiek) nodig om het proces van verandering te versnellen en op te schalen. Heel belangrijk dus om het gezicht van Delta Urbanism naar buiten en naar binnen te versterken.'
> Lees meer over prof. ir. Chris Zevenbergen
Carola Hein: De toekomst van havenstadregio's
Eigentijdse discussies over Smart Cities of stedenbouw van de toekomst zijn ondenkbaar zonder grondige analyse van de geschiedenis, stelt prof. dr Carola Hein, Hoogleraar Architectuur & Stedenbouw Geschiedenis. Onze steden zijn grotendeels al gebouwd, je kunt niet vanaf nul beginnen. De taak van de leerstoel Geschiedenis van Architectuur & Stedenbouw is daarom vooral het verkennen en in kaart brengen van lange termijn ontwikkelingen in de gebouwde omgeving. “Ik probeer ideeën en ontwikkeling uit het verleden te linken aan de huidige tijd. De geschiedenis houdt niet tien jaar geleden op, zoals veel historici lijken te denken, het is één continu geheel.”
Carola Hein geeft ook leiding aan het Leiden-Delft-Erasmus Port Cities Futures., een multidisciplinair onderzoeksprogramma naar havensteden. Havenstadregio’s behoren tot de meest uitgestrekte industriegebieden die met zowel stedelijke als landelijke gebieden verbonden zijn. Havens, steden en regionale overheden hebben niet allemaal dezelfde doelstellingen. Verschillen in economische belangen en technologische mogelijkheden, maar ook de ongelijke verdeling van kennis en welvaart, leiden veelal tot ecologische en sociale onrechtvaardigheid en tot publieke afkeuring van investeringen in nieuwe havenfuncties.
Machiel van Dorst: Een mens-gericht perspectief voor stedenbouw
Van Buenos Aires tot Jakarta en van Amsterdam tot Shanghai kampen bewoners van dichtbebouwde gebieden met universele problemen. Groeiende competitie in de buitenruimte tussen verkeersfuncties, verblijfsfuncties en verschillende gebruikersperspectieven is er één van. Met alle conflicten, ongelijkheid en milieudruk van dien. “Hoe dichter de stad des te hoger de druk op het welzijn en de belangen van haar gebruikers”, vat prof. ir. Machiel van Dorst de problematiek samen. “Een veilige, toegankelijke en gezonde omgeving of zelfs een kindvriendelijke omgeving zijn allesbehalve vanzelfsprekend. Terwijl ze overal ter wereld tot de meest basale menselijke behoeften behoren.”
Ruim twintig jaar is Machiel van Dorst inmiddels werkzaam aan de faculteit Bouwkunde. Als voorzitter van de afdeling Urbanism en, meer recent, als vicedecaan stak hij veel tijd in de faculteit. Maar onderwijs en onderzoek bleven boeien. Nu staan ze weer centraal. “De wisselwerking tussen omgeving, gedrag en het stedenbouwkundig en landschapsarchitectonisch ontwerp: dat is de materie van mijn leeropdracht.”
> Lees meer over prof. ir. Machiel van Dorst
Ellen van Bueren: Bestuur en beheer van duurzame stedelijke ontwikkeling
In Noordwest-Europa, waaronder Nederland, heeft zich een integrale, gebiedsgerichte benadering van stedelijke opgaven ontwikkeld die bij academici en praktijkmensen over de hele wereld interesse wekt, zowel qua proces als resultaat. Tegenwoordig wordt deze benadering beschouwd als een veelbelovend instrument in het vinden van oplossingen voor de meest dringende stedelijke kwesties van vandaag, zoals die op het terrein gezondheidszorg, energie, voedsel, mobiliteit en water. Door de enorme uitdagingen in stedelijke gebieden is het wetenschappelijk en maatschappelijk van belang om te onderzoeken op welke manier een geïntegreerde, gebiedsgerichte aanpak van stedelijke opgaven moet worden begrepen en effectief kan worden geïmplementeerd. Daarnaast is het van belang deze benadering te vergelijken met die in stedelijke gebieden in andere delen van de wereld, zodat deze elkaar kunnen versterken.
Prof. ir. Ellen van Bueren laat zich al haar gehele loopbaan, die ooit is begonnen bij een stedenbouwkundig bureau, leiden door haar belangstelling voor het bestuur, beheer en governance van duurzame stedelijke ontwikkeling. Kennis ontwikkelt zij vaak in samenwerking met de praktijk. Ze is auteur van wetenschappelijke artikelen en boeken, zit in redacties van tijdschriften op gebied van bestuurskunde en stedelijke ontwikkeling en doceert in diverse (inter)discplinaire opleidingen voor studenten en professionals, waaronder de Master City Developer. Zij is board member van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability en Principal Investigator bij AMS, Institute for Advanced Metropolitan Solutions.
> Lees meer over prof. ir. Ellen van Bueren
Wil Zonneveld: Ruimtelijk beleid voor een wereld in transitie
Ruimtelijk beleid krijgt minder sturing van overheden dan in het verleden en dat heeft mogelijk grote consequenties voor het aanzien van Europese regio's. Analyse van dergelijke trends is een van de hoofdtaken van prof. dr. Wil Zonneveld, hoogleraar Stedelijke en Regionale Planning.
Neoliberale politiek zorgt in heel Europa voor terugtreden van de overheid en nieuwe kansen voor de markt. Dat is terug te zien in fenomenen als de groeiende segregatie van inkomensgroepen in steden, maar ook in het schrappen van regels voor bebouwing van natuurlandschappen. Een Nederlandse minister opperde dat laatste recentelijk voor de kuststroken, maar trok het voorstel schielijk weer in na politiek en maatschappelijk verzet. “Grote uitdaging is het vinden van samenwerking tussen verschillende actoren, om toch een samenhangend ruimtelijke beleid overeind te houden”, zegt Zonneveld. “Anders loop je het risico dat je het kind met het badwater weggooit.”
Ruimtelijk beleid is belangrijker dan ooit, want er staan grote uitdagingen voor de deur. Nationale doelstellingen ten aanzien van klimaatneutraal bouwen en energietransitie hebben onvermijdelijk hun impact op de ruimtelijke ordening. Zeespiegelstijging en waterbeheersing zijn nog complexere vraagstukken. Hoe bieden we dergelijke uitdagingen het hoofd als de overheid minder dan voorheen het voortouw neemt? Het vergt een interdisciplinaire aanpak en nieuwe samenwerkingsverbanden tussen overheden en private partijen, constateert Zonneveld.