De afgelopen twee jaar waren is er binnen het onderwijs flink geëxperimenteerd met het gebruik van videotechnologie. En dat pakte niet altijd even succesvol uit. Als je de echte kracht van technologie in het onderwijs wilt onderzoeken, en daarbij flink wat 21e-eeuwse vaardigheden wilt opdoen, schrijf je dan in voor de nieuwe Leiden-Delft-Erasmus minor Living Education Lab.
Als geschiedenisdocent kan je studenten met virtual reality met een druk op de knop midden in het Colosseum in Rome plaatsen – een meeslepende ervaring die goed aansluit bij contextueel onderwijs. Maar bij een studie rechten is het als docent nog niet zo eenvoudig om een goede toepassing voor virtual reality te vinden.
“Technologie op zich is geen oplossing,” zegt Farshida Zafar, hoofd van ErasmusX en een van de organisatoren van de nieuwe minor. “Het is slechts hardware en software. In de nieuwe minor leren studenten onderwijskundige problemen te herkennen, en te bepalen of technologie onderdeel van de oplossing kan zijn. Het allermooiste is dat ze design thinking gaan toepassen op echte problemen, aangedragen door onderwijzend personeel van de drie LDE-universiteiten.”
Je kan mensen alleen effectief ondersteunen bij het behalen van hun leerdoelen als je begrijpt hoe het leerproces in elkaar steekt
Houvast
Het vele praktische werk van de minor wordt stevig verankerd in leertheorie en didactiek. “Hoe werkt het brein, hoe lossen mensen problemen op,” zegt Marcus Specht, hoofd van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Education and Learning (LDE-CEL). “Je kan mensen alleen effectief ondersteunen bij het behalen van hun leerdoelen als je weet hoe het leerproces in elkaar steekt.”
En dan is er nog de technologie zelf: data analytics voor het tracken van de voortgang en het geven van feedback, virtualisatietechnologie voor augmented reality en educatieve games, en mobiele technologie voor het bepalen van doelen en het overal en altijd toegang hebben tot informatie. “De studenten moeten de mogelijkheden en beperkingen kennen om de technologie te kunnen kiezen die past bij het verbeteren van een bepaalde leercomponent.”
Net als in het echte leven
Interesse in onderwijs is een vereiste, maar verder staat de minor open voor alle LDE studenten – van sociale wetenschappen tot en met technische wetenschappen. Specht: “We laten ze in multidisciplinaire teams samenwerken. We willen dat ze zich realiseren dat onderwijs bij uitstek een domein is waar je de kernproblemen niet vanuit een enkel perspectief kunt oplossen. Zo verwachten we bijvoorbeeld heel wat discussie over wat ‘beter onderwijs’ nu precies is; gaat het om efficiëntie, om plezier, misschien beiden? De afgelopen twee jaar hebben we ook gezien dat een goede mentale gezondheid een belangrijke randvoorwaarde is.”
De minor is een simulatie van hoe het professionele leven eruit gaat zien
Naast het oplossen van onderwijskundige problemen leren studenten in de minor ook een scala aan persoonlijke vaardigheden aan. Zafar: “Een probleem helder definiëren, een duidelijk doel stellen, reflecteren op zowel de uitkomst als het proces ernaartoe, samenwerken met mensen met een geheel andere achtergrond – de minor is een simulatie van hoe het professionele leven eruit gaat zien.”
Koudwatervrees? Geen probleem
Met de focus op creativiteit en problemen uit de praktijk (waar, in tegenstelling tot traditionele examenvragen, mogelijk geen oplossing voor bestaat) wijkt de minor Living Education Lab flink af van conventionele leerprogramma’s zoals wiskunde en economie. “We begeleiden de studenten hierin door eerst uitgewerkte voorbeelden te behandelen,” zegt Specht. “Pas in tweede instantie gaan ze zelf aan de slag, met hun eigen ideeën. Het gaat hierbij niet om het ontwikkelen van volwaardige oplossingen. De ene keer bouwen ze een prototype app in een no-code softwareplatform, de andere keer geven ze alleen een schets van een mogelijke oplossing.”
Falen is niet alleen okay, het is onderdeel van het ontwerpproces
Twijfel je of je het aankunt, of heb je last van koudwatervrees? Geen probleem. Een van de eerste workshops van de minor, gegeven door Zafar, gaat over doelen stellen en falen. “Het is een hele leuke workshop waarin ze leren dat falen okay is, dat je daarna weer verder gaat,” zegt ze. “Ook wat dit betreft is de minor een goede voorbereiding op de echte wereld, waarin het product dat je net met je startup hebt ontwikkeld wel eens buggy blijkt te zijn, of een oplossing waar men toch niet echt op zat te wachten. Falen is niet alleen okay, het is onderdeel van het ontwerpproces.”
Hoog tijd voor creativiteit
Misschien was je altijd al geïnteresseerd in de complexiteit van het menselijke leren en heb je een passie voor technologie. Of misschien heb je de afgelopen twee jaar sommige EdTech-oplossingen als danig teleurstellend ervaren, en wil je nu je eigen ideeën laten gelden. Zafar: “Hoe dan ook, als je je wilt wagen aan wat creatieve, hands-on ontwerpervaring, dan is dit de minor voor jou!”
