Co-creating a Healthy Society: transdisciplinair grote vraagstukken oplossen

Presentatie door studenten

 

Op de Universiteit Leiden werd in studiejaar 2024-2025 voor de eerste keer de minor ‘Co-creating a healthy society’ gegeven aan derdejaars bachelorstudenten, opgezet door Leiden-Delft-Erasmus (LDE) universiteiten in samenwerking met de hogescholen van LeidenDen Haag en RotterdamLeren met de stad en Medical Delta.

Aanleiding

"Geen enkele discipline kan op eigen houtje de grote uitdagingen voor gezondheid en welzijn oplossen," stelt Sandra van Dijk, universitair hoofddocent gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden en coördinator van de LDE-minor. In de hedendaagse samenleving spelen steeds vaker ‘wicked problems’, oftewel problemen die vakgebieden overstijgen. Om deze problemen op te lossen, moeten professionals uit verschillende disciplines samenwerken met maatschappelijke stakeholders. Dit staat bekend als transdisciplinair samenwerken.

De LDE-minor ‘Co-creating a healthy society’ is opgezet door initiatiefnemers LDE Medical Delta en Leren met de Stad. Coen Wirtz werkt bij Leren met de stad en is ook Universitair docent sociale, economische en organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden. Hij legt uit dat Leren met de stad een samenwerkingsverband is tussen de Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden, mboRijnland en de gemeente Leiden. Het doel van deze samenwerking is tweeledig . Door studenten vanuit verschillende onderwijsinstellingen te laten deelnemen wordt interdisciplinaire samenwerking bevorderd. Daarnaast kunnen studenten, door middel van samenwerking met inwoners en organisaties, een bijdrage leveren aan lokale vraagstukken. Studenten leren door deze samenwerkingen naast de inhoud ook op persoonlijk en maatschappelijk gebied.

Het Healthy society programma van LDE en Medical Delta is een bloeiend programma dat, in samenwerking met de provincie Zuid-Holland, grote interdisciplinaire vraagstukken aanpakt. Dit gebeurt met partners uit diverse disciplines, waaronder Sociale wetenschappen, Bestuurskunde, Bouwkunde, Rechten, Geneeskunde. De methode van de minor is gebaseerd op challenge based learning en participatief actieonderzoek. Studenten gingen de wijk in en leggen zo contact met stakeholders in de dagelijkse praktijk, zodat zij hun steentje kunnen bijdragen aan het oplossen van echte problemen.

     Coen Wirtz

Het is een wederkerige relatie. Studenten ontwikkelen hun vaardigheden in een rijke leeromgeving, via contact met partijen buiten hun bubbel. In dit proces vinden ze tegelijkertijd oplossingen voor problemen die écht spelen in de samenleving.'

Werkwijze

Om interdisciplinaire samenwerking te stimuleren, mochten studenten uit alle vakgebieden en onderwijsniveaus zich aanmelden voor de minor. Uiteindelijk namen tien studenten deel. Zij werkten samen in teams en stonden daardoor voortdurend in contact met perspectieven vanuit andere disciplines. De minor duurde twintig weken en was opgesplitst in twee delen: A en B. Het doel van deze opbouw was om studenten in deel A eerst te leren een probleem te analyseren en definiëren op basis van kennis uit verschillende disciplines en de praktijk, zodat ze vervolgens in deel B hun kennis via co-creatie konden toepassen om te werken aan transdisciplinaire oplossingen voor drie ‘wicked problems’. Deze problemen werden aangedragen door de opdrachtgever, in dit geval de gemeente Leiden. Studenten onderzochten mentale gezondheid onder migranten van verschillende generaties, stress bij mbo-studenten, en financiële stress onder studenten.

In deel A volgden studenten eerst inhoudelijke vakken vanuit diverse disciplines. Dit waren Psychologie (Universiteit Leiden), Bestuurskunde en Sociaal-medische wetenschappen (Erasmus Universiteit Rotterdam) en Bouwkunde (Technische Universiteit Delft). Zo kregen ze lessen over stressmodellen en modellen van governance. Deze kennis konden studenten benutten voor de analyse van de ‘wicked problems’. Naast de inhoudelijke vakken was er ook veel aandacht voor zelfreflectie. In vakken zoals Participatief Actieonderzoek en Interdisciplinaire Reflectie en Coaching werd veel tijd besteed aan de ervaringen in het veld, en interdisciplinair denken en samenwerken.

Aan het einde van blok A gaven de studenten een presentatie over de problemen die zij hadden geïdentificeerd. Vervolgens ging een groep van vijf studenten door naar deel B. Deze groep richtte zich op stress onder mbo-studenten en hoe deze te verminderen. In deel B werkten de studenten aan het ontwikkelen van een oplossing voor hun probleem. Dit gebeurde via co-creatie, wat betekende dat de groep samenwerkte met mbo-studenten om te achterhalen wat hen zou kunnen helpen om minder stress te ervaren. Hierbij werd bijvoorbeeld gebruikgemaakt van Serious Lego, een methode waarbij concepten door het bouwen met LEGO worden uitgelegd en verduidelijkt. Uit deze co-creatie sessies kwam een concrete oplossing voort die goed aansloot bij de behoeften en wensen van de MBO-studenten: een serie interactieve workshops voor mbo-studenten over verschillende vormen van stress, hoe ze deze kunnen herkennen en hoe ze ermee om kunnen gaan.

Opbrengsten

Het traject werd afgesloten met een presentatie waarin de studenten hun bevindingen en oplossingen presenteerden, onder andere door een deel van een workshop te geven. Bij deze presentatie waren ook de stakeholders, betrokkenen vanuit het mbo, gemeente en een deel van een mbo-klas aanwezig. De resultaten werden zeer positief ontvangen. De aanbevelingen van de studenten zullen verder worden uitgewerkt door de gemeente en door het Kenniscentrum Angst & Stress bij Jeugd, dat zelf al bezig was met een vergelijkbaar project.

De deelnemende studenten zijn lovend over de minor. Ze geven aan het enorm waardevol te vinden om in teamverband te werken aan échte maatschappelijke vraagstukken, zeker in samenwerking met studenten uit andere disciplines en maatschappelijke partners. Ze ervaren dat ze op deze manier een concrete bijdrage leveren aan de samenleving, iets wat bij reguliere bachelor vakken meestal niet het geval is. Door reflectiemomenten en de ervaring met interdisciplinair samenwerken zullen studenten zich na hun afstuderen beter voorbereid voelen op de arbeidsmarkt.

Ook de begeleidende docenten zijn razend enthousiast en hebben dan ook de ambitie om deze minor volgend studiejaar opnieuw aan te bieden. Wel nemen ze enkele verbeterpunten mee uit deze pilot. Zo zou het waardevol zijn om deze vorm van onderwijs aan een grotere groep studenten te kunnen aanbieden. Daarnaast kunnen de ‘wicked problems’ iets minder breed worden geformuleerd, zodat studenten minder tijd kwijt zijn aan het specificeren van het gegeven vraagstuk.

Een van de overkoepelende doelen van deze minor was het bevorderen en aanleren van transdisciplinair samenwerken. Studenten kwamen vanuit de disciplines Pedagogiek, Bestuurskunde, Bouwkunde, Psychologie, Biologie en Urban Studies. Er waren dus veel verschillende perspectieven vertegenwoordigd. Dit vroeg extra vaardigheden van zowel de studenten als de begeleidende docenten. Coen benadrukt dat dit niet onderschat moet worden: "Gewoon mensen uit verschillende disciplines bij elkaar zetten, betekent nog geen interdisciplinair samenwerken.". "Je moet je kunnen verplaatsen in elkaar en elkaars taal leren kennen, omdat die per discipline verschilt," vult Sandra aan.

Al met al is de pilot van de LDE-minor een groot succes geweest. Sandra en Coen geven aan dat het geweldig was om de geslaagde eindpresentatie te zien en interdisciplinair leren te kunnen faciliteren. Ook is het mooi om te zien dat de resultaten van de studenten verder worden ontwikkeld door partners.

     Sandra van Dijk

Meer onderwijs en onderzoek zou op deze manier ingericht moeten worden!'

Meer informatie vindt u op:
De minor Co-Creating a Healthy Society
Meer over deze praktijk
LDE Healthy Society

Volgend artikel