Interview met prof.dr. Jan Kolen, wetenschappelijk directeur van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Global Heritage and Development
Bij erfgoed denken we aan artefacten, monumenten, archeologen en musea. Maar erfgoed gaat ook over identiteit, sociale cohesie, ruimtelijke ordening en economie. Dat liet het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Global Heritage and Development de afgelopen jaren zien met een origineel onderzoeksprogramma waarin meerdere wetenschappelijke disciplines bij elkaar werden gebracht. Hierover spraken wij met de directeur van het centre, prof. Jan Kolen.
Met de Leiden-Delft-Erasmus samenwerking gaan we ons op vier maatschappelijke thema’s richten: Sustainable Society, Digital Society, Healthy Society, Inclusive Society. Hoe past jullie centre in dit verhaal?
Jan Kolen: ‘Wij vertegenwoordigen twee thema’s uit dit rijtje. De eerste is Inclusive Society. Erfgoed is belangrijk voor identiteitsvorming en dat is weer belangrijk voor een samenleving die in transitie is. Een voorbeeld van zo’n samenleving in transitie is een conflictgebied. Neem Syrië: erfgoed wordt daar moedwillig door terroristen vernield of verkocht voor wapens. Daarmee worden waarden van andere groeperingen geschaad. Een ander voorbeeld van een transitie is massamigratie. Dat speelt in grote steden waar de sociale cohesie toch al minder is. Erfgoed kan dan een bindende factor zijn. Een interessant vraagstuk is dan gelijk: de migranten brengen eigen erfgoed mee. Hoe krijgt dit een plaats in die dynamische multiculturele samenleving?
Wij passen als centre ook in het thema Sustainable Society. Heel direct in de zin dat je bij hergebruik van industrieel erfgoed of restauratie van monumenten voorkomt dat er onnodig materiaalgebruik is en afval ontstaat. Ook kun je oude gebruiken en tradities als erfgoed zien. Dat is minder tastbaar. Een voorbeeld is het concept van de Vloeiweide. Dit is een oud systeem waarbij stroomopwaarts bij rivieren het water wordt vastgehouden, via beekdalen en andere kleine watersystemen, om zo het land te irrigeren. Met de klimaatverandering en de verwachte grotere pieken in droogte en regenval, is dit weer heel actueel.’
De thema’s van Leiden-Delft-Erasmus sluiten aan op maatschappelijke agenda’s en ontwikkelingen. Welke zijn belangrijk voor jullie centre?
Jan Kolen: ‘Het thema erfgoed is vaak onderdeel van andere thema’s zoals een duurzame, inclusieve samenleving en veerkrachtige steden. Horizon 2020 is interessant voor ons, met name de Innovative Training Networks van het Marie Curie-programma. We bereiden hier op het moment een grote aanvraag voor. In de Nationale Wetenschapsagenda is Levend Verleden een belangrijke lijn. De uitleg van NWO onderschrijf ik zeer: studie van het verleden kan inzicht bieden in ons handelen, inspiratie bieden bij het zoeken naar creatieve oplossingen voor maatschappelijke opgaven en het kan zorgen voor verbinding. We bereiden samen met het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability een aanvraag voor die gaat over de levensloop van rivieren en riviersystemen. Het mooie is dat dit zo goed past bij de regio, de delta, waarin we gevestigd zijn als drie universiteiten.’
Waarop bouwen jullie, vanuit de eerste fase van Leiden-Delft-Erasmus (2012 t/m 2018), verder?
Jan Kolen: ‘Ons onderzoeksprogramma bestaat uit drie lijnen: bedreigd erfgoed, erfgoed en omgeving en erfgoed en identiteit. Door de betrokkenheid van de onderzoekers uit ons centre hebben we op alle drie gebieden aan onze reputatie gebouwd. Voor bijvoorbeeld het bedreigde en deels vernietigde erfgoed van Syrië hebben Leidse en Delftse onderzoekers samengewerkt aan het 3D-printen van gestolen kleitabletten waar we alleen nog oude mallen van hadden. Tijdens de Summerschool die het centre samen met het Grotius Centre afgelopen jaar organiseerde is er veel aandacht geweest voor de relatie tussen mensenrechten en bedreigd erfgoed. De kruisbestuiving van disciplines die binnen het Leiden-Delft-Erasmus verband mogelijk is, archeologen die samenwerken met ingenieurs, materiaaldeskundigen, juristen, bestuurskundigen, historici, economen levert veel op.’
Hoe willen jullie als Leiden-Delft-Erasmus centre verder groeien?
Jan Kolen: ‘De combinatie van archeologie met technische expertise, ik zou willen zeggen heritage technologies, is de troefkaart van ons centre. Hiervoor is steeds meer belangstelling, dat zagen we met het Scanning for Syria project. Die kaart willen we dus zeker blijven spelen. Daarnaast willen we erfgoed nog meer gaan inbrengen in ruimtelijke ordening, stedenbouw, watermanagement. Dat doen we samen met de faculteiten, bijvoorbeeld Bouwkunde van de TU Delft. Hierbij kun je ook denken aan consultancy-opdrachten zoals Heritage Impact Assessment.
Ook gaan we meer aan onderwijs doen, misschien ook post-initieel. Naast de bestaande Summer School en de MOOC ‘Heritage under Threat’ willen we de Delftse minor Heritage and Design ombouwen naar een gezamenlijke Leiden-Delft-Erasmus minor.
Het centre benadrukt het belang van erfgoed voor de mondiale duurzaamheidsdoelstellingen (SDG’s). Het erfgoed en identiteit-programma richt zich op de rol van erfgoed in het creëren van inclusieve samenlevingen, en creativiteit en ambacht worden bestudeerd als een middel om sociale samenhang te bevorderen. Bij beide onderwerpen speelt de Erasmus Universiteit Rotterdam een belangrijke rol.’
Op welke manier werken jullie samen met partners in de regio?
Jan Kolen: ‘Onze partners bevinden zich binnen en buiten de regio. Zo is ICOMOS, adviseur van Unesco, een belangrijke partij. Ook gemeenten en de provincie Zuid-Holland zijn belangrijke samenwerkingspartners omdat zij vaak opdrachtgever en uitvoerder zijn van onderzoek en beleid. Van de Provincie hebben we een interessant verzoek gekregen: onderzoek de relevantie van erfgoed voor het vestigingsklimaat in Zuid-Holland. We weten dat erfgoed ook een economische waarde vertegenwoordigt. Huizen die in een historische omgeving staan zijn simpelweg duurder.
Belangrijke partners voor ons zijn natuurlijk ook het Rijksmuseum voor Oudheden en de Provinciale erfgoedhuizen. Maar ook een partij als het Havenbedrijf Rotterdam. Wij doen bijvoorbeeld onderzoek naar de invloed van de oliesector op de vorming van Rotterdam en breder, op die van havensteden. Internationaal vinden wij ook steeds meer partners. Zo werken we samen met het Centre for Critical Heritage Studies, een initiatief van de universiteiten in Londen en Göteborg.’
Wat is jullie grootste uitdaging?
Jan Kolen: ‘Ik ben sinds kort decaan van de faculteit Archeologie van de Universiteit Leiden en draag het stokje dit voorjaar over. Dat antwoord wil ik daarom graag openlaten voor mijn opvolger, de nieuwe directeur van het Centre for Global Heritage and Development.’