‘Het LDE-traineeship faciliteert in kennisuitwisseling’

EEN INTERVIEW MET KIM ZUNDERDORP OVER HET LDE-TRAINEESHIP

Kim Zunderdorp is in 2014 begonnen als één van de eerste LDE-trainees. Het LDE-traineeship is een gezamenlijk traineeprogramma van de Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam. Trainees zijn jonge academici die bij de ondersteunende diensten van de universiteit tijdelijk een rol vervullen of op een project werken. Tijdens het tweejarige programma doen zij ervaring op in meerdere functies bij één of meerdere van de drie universiteiten. We vragen Kim hoe het traineeship is geweest, hoe ze de uitwisseling tussen de universiteiten heeft ervaren en wat de sterkten en zwakten van een dergelijke uitwisseling zijn. 

Kim werkt nu aan de Universiteit Leiden als beleidsmedewerker mee aan het ICT- en onderwijsprogramma om onderwijsinnovatie met behulp van ICT op gang te brengen, uit te breiden en te versterken. Dit is haar derde ‘post’ als trainee. Haar eerste traineeplek was bij de afdeling Informatiemanagement van de Universiteit Leiden, waar ze onder andere heeft gewerkt aan het informatieplan ICT & Onderwijs. Daarna werkte ze acht maanden aan de Technische Universiteit Delft bij het Onderwijskundig Centrum Focus, waar ze bezig was met docentprofessionalisering en meer specifiek met de vraag hoe we docenten kunnen stimuleren om zich continu te blijven ontwikkelen op hun docentvaardigheden.

WAT IS JOUW ACHTERGROND EN WAAROM HEB JE VOOR DEZE POSITIES GEKOZEN?

'Ik ben na mijn bachelor Sociologie in Groningen de masteropleiding Publiek Management, dit is een richting van bestuurs- en organisatiewetenschap, in Utrecht gaan doen. Ik heb voor deze traineeposities gekozen omdat ik altijd al een passie voor goed onderwijs heb gehad; ik heb bijvoorbeeld tijdens mijn studie veel in de medezeggenschap gedaan.  Tijdens het traineeship heb ik veel kansen gekregen om op strategisch niveau mee te denken over het belang van onderwijs, over wat goed onderwijs is en hoe je goed onderwijs kunt organiseren. Dat zijn complexe, belangrijke vraagstukken en ik vind het leuk om hierover mee te denken en daarmee een impact te hebben op het onderwijs aan de universiteiten.'

WAT IS DE MEERWAARDE VAN EEN LDE-TRAINEESHIP VOLGENS JOU?

'De meerwaarde voor mij is dat ik de ervaring die ik heb opgedaan bij de TU Delft weer mee terug kan nemen naar Leiden. Wij hebben aan de TU Delft bijvoorbeeld veel nagedacht over hoe je docentprofessionalisering en onderwijsinnovatie kunt stimuleren. Ideeën die hieruit zijn voortgekomen kunnen we nu ook in Leiden gebruiken.'

WELK EFFECT HEEFT HET LDE-TRAINEESHIP OP DE SAMENWERKING TUSSEN DE UNIVERSITEITEN?

'Ik denk dat het traineeship faciliteert in de kennisuitwisseling. Ik heb korte lijntjes met beide instellingen, ik kan de contacten makkelijk leggen en ik weet waarmee ze bezig zijn. Trainees zitten op veel verschillende plekken en doen mee in allerlei projecten. Die persoonlijke verbindingen tussen de universiteiten en het vertrouwen dat dat creëert, is de basis voor succesvolle LDE-samenwerking. Ik denk zeker dat trainees de samenwerking kunnen laten groeien en dat er mogelijk LDE-initiatieven tot stand komen door het traineeship.'

DE SAMENWERKING GROEIT OP HET GEBIED VAN BELEID EN VAN BEDRIJFSVOERING EN OOK HET DELEN VAN KENNIS EN KUNDE GROEIT. ZIE JE DIT BINNEN HET TRAINEESHIP OOK?

'Ja, als onderdeel van het traineeship voeren we met alle elf trainees een project uit. Daarin onderzoeken we hoe de drie universiteiten hun promovendi beter kunnen voorbereiden op de niet-academische arbeidsmarkt door ‘transferable skills’- trainingen. We onderzoeken hoe de LDE-samenwerking meerwaarde kan hebben in de organisatie van dat trainingsaanbod. Op 12 november 2015 presenteerden  we de eindresultaten.'  Zie kaders.

WAT ZOU JE DE DRIE UNIVERSITEITEN WILLEN MEEGEVEN?

'De universiteiten moeten vooral doorgaan met het LDE-traineeship. Het is uniek, er zijn geen andere universiteiten die zoiets hebben. Het is belangrijk om erin te blijven investeren en mooie dingen te realiseren met ambitieus jong talent.' De eerste LDE-trainees namen op 12 november 2015 afscheid en op 1 mei 2015 zijn 12 nieuwe trainees gestart met een gezamenlijk traineeprogramma van de Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam.

Meer informatie vindt u op de Leiden-Delft-Erasmus website 
Lees ook het blog ‘University Trainees’  

SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN BEDRIJFSVOERING: DE ‘LDE PROEVERIJ’
Op 5 november vond ook de ‘LDE-Proeverij’ plaats waar medewerkers konden kennismaken met het gezamenlijke trainingsaanbod van de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij konden op 5 november deelnemen aan verschillende workshops zoals de workshop ‘Invloed’ over invloedrijk gedrag vanuit verschillende invalshoeken. Het samen aanbieden van trainingen betekent niet alleen dat universiteitsmedewerkers uit nog meer verschillende trainingen kunnen kiezen, maar het zorgt ook voor meer contact tussen collega’s van de andere universiteiten .

HET ‘‘TRANSFERABLE SKILLS’-PROJECT
Op 12 november 2015 presenteerden  elf trainees de eindresultaten van hun ‘transferable skills’-project. Ze onderzochten daarin hoe de drie universiteiten hun promovendi beter kunnen voorbereiden op de niet-academische arbeidsmarkt met  ‘transferable skills’- trainingen en hoe ze daarbij kunnen samenwerken. Bedrijven blijken vaak geen idee te hebben van de meerwaarde van een promovendus en nemen liever een masterstudent met relevante werkervaring aan omdat ze dan  ‘weten wat voor vlees  ze in de kuip hebben’.
Uit de discussie bleek dat het van belang is bewustzijn te creëren bij bedrijven maar ook bij de promovendi zelf. Bedrijven  moeten weten wat de toegevoegde waarde is van een promovendus en de jonge onderzoeker moet goed weten waarom hij/zij voor het promotie-traject kiest. De trainees gaven aan dat dit kan door bijvoorbeeld loopbaanplanning een belangrijke rol geven in het promotietraject en door samen met het bedrijfsleven evenementen, praktijkstages en mentorprogramma’s te organiseren.
Verschillende vormen van samenwerking zijn mogelijk zoals het samen aanbieden van trainingen of het organiseren van evenementen bedoeld om het bedrijfsleven een ander perspectief te bieden. 
Het rapport gaf in ieder geval aanleiding tot discussie. De opdrachtgevers vanuit de drie universiteiten toonden zich  positief maar gaven ook aan dat het vooral belangrijk is kleine stapjes te nemen. Wie weet komt er wel een Leiden-Delft-Erasmus Career Event. 

Volgend artikel