‘Samenwerken zit Karel Luyben, Rector Magnificus van de Technische Universiteit Delft, in het bestuurlijke bloed. Hij stond aan de wieg van de samenwerking op het gebied van biotechnologie tussen Leiden en Delft. Toen de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit en de Technische Universiteit Delft besloten hun samenwerking uit te breiden en te formaliseren door een strategische alliantie aan te gaan, konden ze al terugkijken op een lange periode van succesvolle samenwerking op bèta- en medisch gebied.
HOE ONTSTOND DE SAMENWERKING OP BÈTA-TERREIN TUSSEN DELFT, LEIDEN EN ROTTERDAM?
‘Ik was in 1984 anderhalf jaar hoogleraar biotechnologie in Delft en kreeg het verzoek het nieuwe onderzoeks- en onderwijsprogramma van de Universiteit Leiden en de TU Delft op het gebied van de biotechnologie te gaan leiden en verder uit te bouwen. Heel uitdagend om te mogen doen. Dit vormde mede de basis voor de verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen Leiden en Delft en ook de Erasmus Universiteit. In de natuurkunde werd de samenwerking ook steeds intensiever. In 2012 werd die beloond met een subsidie van tientallen miljoenen voor Nanofront, het grote Leids-Delftse onderzoeksprogramma in de natuurkunde. In het begin van deze eeuw ontstond ook Medical Delta, een initiatief van de Delftse hoogleraar Ted Young. Hij zag in Amerika de succesvolle samenwerking op gezondheidsgebied tussen Harvard en het Massachusetts Institute of Technology en vroeg aan mij: “Waarom kan dat niet in Nederland?” Ik was toen zijn decaan en antwoordde dat ik dit een uitstekend idee vond, en vroeg hem de samenwerking op het gebied van ‘Health Science and Technology’ te realiseren. Vervolgens heeft dit initiatief geleid tot Medical Delta waarin de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit met hun medische centra en de TU Delft samenwerken.’
WAT IS HET GEHEIM ACHTER HET SUCCES VAN DEZE INITIATIEVEN?
‘De deelnemende universiteiten zijn complementair, waardoor er ruimte ontstaat voor nieuw onderzoek. De Universiteit Leiden onderzoekt vooral nieuwsgierigheid-gedreven vragen met fundamenteel onderzoek. De TU Delft richt zich met fundamenteel onderzoek meer op nuttigheidsvragen, veelal afkomstig uit de maatschappij en het bedrijfsleven. Door onze wetenschappelijke aanpak te combineren, creëren wij nieuwe mogelijkheden, onder meer binnen de medische technologie, samen met het Erasmus MC of zorgen we in Delft voor de experimentele doorbraken die in Leiden theoretisch zijn voorspeld. Een ander voordeel van deze krachtenbundeling is dat je sneller een kritische massa aan onderzoek creëert. Ook dit is tegenwoordig essentieel voor wetenschappelijke doorbraken.’
TOT WELKE DOORBRAKEN HEEFT DE LDE SAMENWERKING AL GELEID?
‘Hét grote voorbeeld is het werk aan de kwantumcomputer. Leiden en Delft zorgden hier bijvoorbeeld voor een doorbraak met het aantonen van de Majorana-deeltjes. De Leidse professor Carlo Beenakker ontwikkelde de theorie voor het experiment en de Delftse professor Leo Kouwenhoven bouwde de apparatuur. Het lukte hen om in 2012 het bestaan van het lang gezochte Majorana-deeltje aan te tonen. De protonenkliniek, HollandPTC, is een ander voorbeeld. De TU Delft bouwt deze samen met de medische centra van Leiden en Erasmus. Deze kliniek is er niet alleen voor de bestraling van patiënten maar ook voor onderwijs en onderzoek. Ik verwacht dat het gezamenlijke optrekken binnen de protonenkliniek tot nieuwe mogelijkheden leidt in de behandeling van kanker.’
OP WELKE MANIER PROFITEREN DE STUDENTEN EN PROMOVENDI VAN DE SAMENWERKING?
‘Je kunt studenten en promovendi een interessanter en beter onderwijspakket aanbieden. In de Casimir Research School bijvoorbeeld krijgen de promovendi onderwijs van gerenommeerde hoogleraren van Leiden en Delft. Door de samenwerking bied je studenten en promovendi de beste kennis aan van iedere universiteit. De samenwerking tussen de drie universiteiten en hun universitair medische centra biedt grote aantallen studenten in de domeinen Life Science & Technology, Molecular Science & Technology, Industrial Ecology, Nanobiologie en Klinische Technologie het voordeel te kunnen “eten van twee of drie walletjes”.’
WAT IS BELANGRIJK VOOR EEN GOEDE SAMENWERKING?
‘Samenwerken is ook hard werken. Dat betekent dat je er constant op moet letten dat je elkaar juist en integer informeert over kwesties die belangrijk zijn voor de samenwerking. Doe je dat niet, dan kan het een en ander eenvoudig mislukken. In zijn algemeenheid kun je zeggen: je moet elkaar in voldoende mate iets gunnen.’