Prof.dr. Wim van den Doel is de Dean van Leiden-Delft-Erasmus Universities. Samen met zijn team werkt hij aan het stimuleren van de samenwerking tussen de drie universiteiten op het gebied van multidisciplinair onderzoek en onderwijs. Met resultaat want LDE staat inmiddels voor een brede waaier aan gezamenlijke onderzoekscentres, bachelor- en masteropleidingen, minoren en scriptiewerkplaatsen. Wat brengt 2024? Van den Doel kijkt vooruit.
Wat speelt er zoal binnen de Leiden-Delft-Erasmus alliantie?
Van den Doel: 'Dit jaar staat in het teken van het ontwikkelen van een nieuwe strategie voor Leiden-Delft-Erasmus. Die gaat over de periode vanaf 2025 en loopt tot 2030. Maar we kijken verder vooruit, misschien wel tot 2050, omdat we de komende decennia met grote maatschappelijke vraagstukken te maken hebben waarvoor we nu reeds studenten moeten opleiden.'
'Die vraagstukken vergen een interdisciplinaire benadering, naast dat we gewoon nog steeds slimme juristen of werktuigbouwkundigen nodig hebben. Maar vast staat dat we nog meer op de interdisciplinaire samenwerking in onderwijs en onderzoek zullen gaan inzetten – het is simpelweg noodzakelijk om alle ingewikkelde transities goed te kunnen vormgeven.'
Wat moeten studenten nu leren als ze straks willen bijdragen aan deze vraagstukken?'
Welke vragen stellen jullie over de toekomst die relevant zijn voor de nieuwe strategie?
Van den Doel: 'De toekomst laat zich nooit helemaal voorspellen en gebeurtenissen kunnen de gang van de geschiedenis behoorlijk overhoop gooien, maar duidelijk is bijvoorbeeld dat er nog miljarden mensen op de wereld bijkomen die in meerderheid in steden gaan wonen. Daarnaast is er de klimaatverandering, bedreiging van de biodiversiteit, energietransitie en velerlei ontwikkelingen op sociaal, medisch en technologisch gebied.'
'De vraag die we stellen is: Wat moeten studenten nu leren als ze straks willen bijdragen aan deze vraagstukken? Niet alleen inhoudelijk maar ook aan vaardigheden, zoals buiten hun eigen vakgebied leren samenwerken. Het goede nieuws is dat met gebundelde kracht van Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam we veel kunnen bereiken, in onderwijs en onderzoek. Hoe, dat gaan we de komende maanden verder bespreken.'
Wie denken mee over de nieuwe strategie?
Van den Doel: 'Allereerst geven de meest betrokkenen input voor de nieuwe strategie. Denk aan de Leiden-Delft-Erasmus centres die werken aan hun nieuwe meerjarenplannen. Ze doen dat mede op basis van de aanbevelingen van de evaluatiecommissie-Gielen. In die zin komt een nieuwe strategie niet uit de lucht vallen: we gaan verder op basis van hetgeen bereikt is.'
'Hierdoor hebben we de contouren van de nieuwe strategie al kunnen schetsen. Van daaruit gaan we verdere gesprekken initiëren. Daarnaast organiseren we op 18 april een middag in Delft waarin we betrokkenen vragen over de nieuwe thema’s mee te denken. Dat is ook voor het netwerk belangrijk. Een strategie heeft alleen effect als er mensen zijn die ermee aan de slag gaan.'
Denkt de maatschappij zelf ook mee?
Van den Doel: 'We willen natuurlijk ook stemmen van ‘buiten’ de universiteiten, we zijn er voor de maatschappij. Dat is eigenlijk een continu gesprek dat we voeren. Met overheden, bedrijfsleven, hogescholen en andere organisaties. De LDE-alliantie is breder dan alleen de universiteiten, we willen partners betrekken bij onze opdracht richting 2030. Neem bijvoorbeeld het Healthy Society-programma waar via Medical Delta de UMC’s en hogescholen bij zijn aangehaakt.'
Samen heb je meer slagkracht en: samen ben je slimmer.’
Wat levert een alliantie op?
Van den Doel: ‘LDE zorgt ervoor dat allerlei initiatieven tussen de drie universiteiten geregeld worden. Van gezamenlijke opleidingen en minoren voor studenten tot gemeenschappelijk interdisciplinair onderzoek. Ieder jaar komen er nieuwe onderdelen bij. In het buitenland kijken ze soms met een zekere jaloezie naar de samenwerking in Zuid-Holland.'
'We gaan ons twaalfde jaar in en dat maakt Leiden-Delft-Erasmus inmiddels een vaste waarde, waarvan de bekendheid ook toeneemt. Dat is belangrijk voor ‘bottom up‘ initiatieven van onderzoekers en docenten, maar ook voor externe opdrachten voor studentenprojecten. Daarbij wil iedere universiteit impact maken. Samen heb je meer slagkracht en: samen ben je slimmer.’