Van het gevoel dat je niet meer thuis bent in je eigen buurt tot keiharde kansenongelijkheid: met de fysieke inrichting van een stad kun je er veel aan doen. Stedenbouwkundigen Caroline Newton en Wouter Veldhuis maken zich daar hard voor. ‘Terloopse ontmoetingen zijn cruciaal om je thuis te voelen.’ Door Nynke van Spiegel
Intersectionaliteit
Bij intersectionaliteit ben je je ervan bewust dat mensen op meerdere assen kunnen afwijken van ‘de norm’, dat die assen elkaar beïnvloeden en dat dat iemands positie in de maatschappij bepaalt. Een voorbeeld: iemand kan vrouw zijn en zwart. En lesbisch. En alleenstaand moeder. En ook nog slechtziend. Heb je het plaatje? Voeg er dan nog even aan toe dat ze rijk is, erg rijk. Opeens is het plaatje anders. Want iemand die rijk is, neemt een geheel andere positie in de maatschappij in dan iemand die arm is, ook al zijn ze verder exact hetzelfde. Dat is, in een notendop, intersectionaliteit. Bron: Movisie.nl
Kijkend naar de migratiestad van de toekomst, wat is dan een belangrijke uitdaging? Hoofddocent stedenbouw Caroline Newton: ‘Politiek en media leggen vaak onevenredig veel nadruk op de negatieve aspecten van migratie. Ze benadrukken de problemen en vermeende bedreigingen van mensen die verschillen van de meerderheid, wat bijdraagt aan een klimaat van angst en uitsluiting. Intersectioneel denken biedt een krachtig tegenwicht voor dit verhaal. Door de meervoudige identiteiten en ervaringen van mensen te erkennen en te waarderen, helpt deze benadering ons om verder te kijken dan simplistische categorisaties van 'wij' versus 'zij'. Het benadrukken van onze gedeelde menselijkheid en het bevorderen van empathie zijn van vitaal belang, net als een wereld waarin een individu niet alleen wordt gewaardeerd om zijn economisch nut. We moeten deze waarden niet alleen integreren in onze dagelijkse interacties, maar ook in onze onderwijssystemen. Toekomstige stedenbouwkundigen, architecten en ontwerpers moeten empathie ontwikkelen als een fundamentele vaardigheid.’
Waarom is dat juist voor een migratiestad belangrijk? Stedenbouwkundige en architect Wouter Veldhuis: ‘Daar hebben de bewoners extra veel verschillende waarden en levenservaringen. Inlevingsvermogen en je eigen culturele vooringenomenheid kunnen relativeren, is de enige manier om waardevolle bijdragen te kunnen leveren aan de superdiverse samenleving.’
Newton: ‘Onze individuele ervaringen en identiteiten zijn diep met elkaar verbonden en worden beïnvloed door gedeelde geschiedenissen. Migranten nemen ervaringen en identiteiten mee, die worden in het land van aankomst verder gevormd in relatie tot de identiteiten van de mensen die er al lang wonen. Stadsplanners in een migratiesamenleving moeten erkennen dat beleid verschillende groepen anders beïnvloedt, evenals de manier waarop hun identiteiten zich in die wisselwerking ontwikkelen. Een actueel punt van zorg is dat migranten en mensen met een migratieachtergrond die maatschappelijk actief zijn, zich steeds minder een volwaardig lid van de samenleving voelen. Vooral door harde retoriek van politici.’
Meneer, allemaal aardig dat u bij mij op gesprek komt, maar ik vind dit een goede wijk om arm te zijn.'
Speelt intersectionaliteit een rol in de stadsontwikkeling van nu? Veldhuis: ‘Ik ben blij dat we inmiddels breder kijken naar de factoren die je kansen in de samenleving bepalen. In het ruimtelijk domein is het evident dat de plek waar je woont, waar je naar school gaat, waar maatschappelijke voorzieningen zijn en waar je vrienden vindt en kunt ontmoeten een belangrijke rol spelen. Intersectionaliteit heeft dus ruimtelijke componenten.’
‘Ik heb er moeite mee dat die inzichten in de praktijk vaak leiden tot database-logica, waarbij je alle cijfers combineert en concludeert: deze wijk heeft een probleem. Wijken hebben nooit een probleem, er zijn mensen in de wijk die problemen hebben. Arnold Reijndorp sprak eens een vrouw in een Gentse wijk met veel armoede. Ze zei: “Meneer, allemaal aardig dat u bij mij op gesprek komt, maar ik vind dit een goede wijk om arm te zijn.” Waarom is een laag inkomen per definitie een probleem? Waarom kunnen mensen die weinig onderwijs hebben genoten geen goed leven leiden? Wat betekenisvol leven in een betekenisvolle leefomgeving inhoudt, leer je alleen als je met bewoners zelf praat en door de statistiek heen oprecht hun dagelijks leven probeert te begrijpen.’
Op de Zuidas plant de gemeente volwassen bomen van duizenden euro’s.'
Een rechtvaardige stad met gelijke kansen en ruimte voor verschillende perspectieven, hoe kun je dat doorvoeren in ontwerp? Veldhuis: ‘Ik sluit me aan bij de opvatting van filosoof Amartya Sen dat een rechtvaardige stad niet bestaat, maar dat je altijd moet proberen om onrechtvaardige situaties rechtvaardiger te maken. Een pijnlijk voorbeeld is de Zuidas in Amsterdam, waar ogenschijnlijk onbeperkt geld is om een hoogwaardige groene openbare ruimte aan te leggen. Daar plant de gemeente volwassen bomen van duizenden euro’s, terwijl er voor een nabijgelegen wederopbouwwijk met grote achterstanden beperkt geld is om het bomenbestand op orde te houden. Als daar een boom geplant wordt, zijn dat goedkope, kleine boompjes.
‘Achterliggende gedachte is het trickle down effect: door van de Zuidas een internationaal topmilieu te maken, profiteren Zuidoost en Nieuw-West ook mee. In de praktijk werkt het zo niet. Dus waarom investeren we juist niet meer op de plekken waar de kansen schaars zijn en zetten we niet meer in op zelfredzaamheid van een zakendistrict dat voldoende geld en capaciteit heeft om het zelf te regelen? Leg bijvoorbeeld goede speelplekken aan in armere wijken met grote gezinnen of verhoog het budget voor het beheer van de openbare ruimte in deze wijken.’
‘Door de mondiale rise of the cities is er een beperkt aantal winnaars en steeds meer verliezers. Dat toont zich in de afname van primaire voorzieningen, zoals zorg, onderwijs en sport en cultuur. Ook in succesvolle regio’s ontstaan schrijnend grote verschillen, waarvan vaak de kwetsbaarste bevolkingsgroepen de dupe zijn. De gemeente Zaanstad heeft bijvoorbeeld maar een fractie van de financiële middelen vergeleken met Amsterdam. Zaanstad mist de investeringskracht om bewoners in een wijk met leefbaarheidsproblemen in het oostelijk deel vooruit te helpen. Amsterdam kan dat enkele kilometers verderop wel.’
Wat kun je als wetenschapper doen om een rechtvaardige stad te bevorderen? Newton: ‘Met collega’s hebben we het Center for the Just City opgezet. Hier onderzoeken we wat ruimtelijke rechtvaardigheid inhoudt. We gaan uit van drie principes. Ten eerste eerlijke verdeling van voorzieningen, scholen, winkels en groen. Ten tweede de procedure om de stad te maken, dus hoe zorg je dat inwoners hierin een stem krijgen? En ten slotte het erkennen en respecteren van de verschillende identiteiten, situaties en behoeften van mensen. Hiermee proberen we de toenemende trend van homogenisering en het verlies van unieke culturele en sociale identiteiten tegen te gaan. In een rechtvaardige stad waarderen we de verscheidenheid van de mensen die er wonen en zoeken we manieren om deze diversiteit te weerspiegelen.’
De reistijd per auto is maatgevend geworden, je komt elkaar niet meer tegen.'
Wat is belangrijk om mee te nemen naar de leefbare stad van de toekomst? Veldhuis: ‘Nabijheid vind ik als stedenbouwkundige een heel belangrijk begrip. Dat is een van de krachtigste instrumenten die wij als ruimtelijk ontwerpers in handen hebben. We hebben honderd jaar gestuurd op functiescheiding en het vergroten van afstanden. Dat was ook logisch in de tijd dat de clustering van fabrieken en arbeiderswijken leidde tot zeer ongezonde leefomstandigheden. Maar we zijn er zo ver in doorgegaan dat we een samenleving hebben gecreëerd waarbij de reistijd per auto maatgevend is geworden. Een samenleving van grote afstanden, waar je elkaar niet meer tegenkomt. Menselijke behoeften zijn echter onveranderd: nabijheid van zorg, onderwijs, groen en winkels met dagelijkse levensbehoeften.’
‘De oplossing van voorzieningenarmoede is daarom niet de mobiliteit vergroten, maar de nabijheid vergroten. De stad van de toekomst ontstaat als we nieuwe woningen bouwen op plekken waar mensen al wonen en waar al voorzieningen zijn. Dan ontstaat een stad waar mensen zich vooral te voet en per fiets verplaatsen, met allerlei bijkomende voordelen. Bijvoorbeeld meer terloopse ontmoetingen, de binding met de buurt wordt sterker. Voetgangers die dagelijks door een buurt lopen, beïnvloeden de leefomgeving op een positieve manier. Buurtbewoners worden vertrouwde vreemdelingen van elkaar, je knikt naar elkaar als je de hond uitlaat of een boodschap doet. Die terloopse ontmoetingen zijn cruciaal om je thuis te voelen en je leven betekenis te geven.’
Zijn er hoopvolle voorbeelden van aandacht voor gedeelde menselijkheid en intersectionaliteit? Newton: ‘In steden als Amsterdam of Londen neemt segregatie toe, maar er zijn ook veel mooie projecten. Zo werkt de Afrikaanderwijk Coöperatie in Rotterdam Zuid aan het versterken van de gemeenschap door ondernemers, producenten, een grote diversiteit aan sociale groepen en de markt samen te brengen. Buurtbewoners bieden diensten aan als catering, schoonmaak en textielproductie en ondersteunen zo duurzame lokale productie, kennisdeling en bedrijvigheid. Het bereik van de coöperatie is gegroeid sinds de oprichting van de Wijk Werkcoöperatie. Het verzorgt klussen in de Afrikaanderwijk en Vreewijk. De recente opening van het Grondstoffenstation is een volgende grote stap voorwaarts. Dit station sorteert en recyclet marktafval zoals hout, papier en plastic.
Waarom laat de overheid de markt vrij, terwijl ze buurten en burgers constant controleert?’
‘Overheden moeten meer ruimte geven aan dit soort bottom-up initiatieven en ruimte bieden voor de civil society. Waarom zou je als overheid de markt vrijlaten terwijl je buurten constant controleert en burgers – met name burgers met een migratieachtergrond – het gevoel geeft dat de overheid hen niet vertrouwt? De overheid vertegenwoordigt ons, de burgers, en dat lijken politici vaak te vergeten. Ze hebben de verantwoordelijkheid om ons collectieve vertrouwen te stimuleren en te mobiliseren om zo samen een betere samenleving op te bouwen.’
Stedenbouwkundige, architect en politicoloog Caroline Newton is hoofddocent aan de afdeling Stedenbouw van de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Ze voelt zich betrokken bij de sociale en politieke dimensies van ontwerp. Ze zet zich in voor de rechtvaardige, gelijkwaardige en levendige stad.
Stedenbouwkundige en architect Wouter Veldhuis is partner van MUST, een stedenbouwkundig bureau dat gericht is op de ontwikkeling van een rechtvaardige leefomgeving. Ook is hij Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving. In die functie zet hij zich in voor betere verbinding van maatschappelijke vraagstukken met rechtvaardigheid.
White paper 'De migratiestad van toen, nu en straks'
Dit artikel komt uit de zesde white paper van Leiden-Delft-Erasmus Universities. Wilt u een of meerdere teksten overnemen, neem dan contact op met Katja Hoiting k.hoiting@tudelft.nl.
Afzender van deze editie is het Leiden-Delft-Erasmus Centre Governance of Migration and Diversity, opgericht in 2020 om interdisciplinair onderzoek te doen naar de bestuurlijke vraagstukken rondom migratie, diversiteit en ongelijkheid.