Met de benoeming van Ed Brinksma haalde de Erasmus Universiteit Rotterdam deze zomer een beta-wetenschapper in huis om de universiteit een nieuwe fase in te leiden. Brinksma studeerde Wiskunde en promoveerde in de informatica voordat hij vanuit een succesvolle wetenschappelijke carrière bestuurder werd. Vanuit havenstad Hamburg, waar Brinksma president was van de Technische Universiteit, maakte hij een sprong naar het Westen om in die andere wereld-havenstad zijn loopbaan voort te zetten.
In die functie is hij niet alleen boegbeeld van de Erasmus Universiteit maar ook belangrijke partner in de alliantie Leiden-Delft-Erasmus Universities. 'De toekomst is niet aan monolieten, maar veel meer aan netwerken die via samenwerking op dossiers hun succes tonen en tegelijkertijd adaptief en flexibel blijven' zegt Brinksma. Een gesprek over de Erasmus Universiteit, maatschappelijke impact, de toekomst van de wetenschap en het kennis-ecosysteem Zuid-Holland.
U bent vanuit Twente en Hamburg naar Rotterdam gekomen: wat trok u aan in deze nieuwe functie en nieuwe werkomgeving?
'Toen ik werd benaderd voor deze functie, was ik niet op zoek naar een andere werkomgeving. Bij mij heeft dat een denkproces opgestart. De rode draad in mijn carrière, zowel wetenschappelijk als bestuurlijk, was om fundamentele wetenschap en serieuze toepassingen bij elkaar te brengen. Het mooie is dat deze ambitie ook vetgedrukt staat in de strategische visie van de Erasmus Universiteit. Uiteindelijk bleek de uitdaging zo groot dat ik geen nee kon zeggen.'
'We moeten een merk zijn dat onze kennis ook voelbaar en positief impact laat hebben op de maatschappij. Ik vind de combinatie van academische excellentie en overtuigende wil om, samen met onze partners in Zuid-Holland, substantiële maatschappelijke impact te bewerkstelligen, een heel inspirerende doelstelling, waar ik graag mede vorm aan wil geven.'
Ik vind dat het onze taak is om hedendaagse, complexe maatschappelijke uitdagingen te leren begrijpen
Welke opdracht heeft de Erasmus Universiteit Rotterdam komende jaren als het gaat om maatschappelijke impact: in de stad, de regio maar ook daarbuiten?
'De Erasmus Universiteit heeft de transitie in gang gezet om als universiteit midden in de maatschappij te staan en daarmee in dialoog te zijn en te blijven. Ik sta volledig achter deze beweging, omdat wij meerwaarde willen en kunnen leveren. Ik vind dat het onze taak is om hedendaagse, complexe maatschappelijke uitdagingen te leren begrijpen om vervolgens een bijdrage te leveren aan de oplossing ervan. En dat moet herkenbaar zijn in je onderwijs en onderzoek.'
'Zulke oplossingen moeten voor de samenleving natuurlijk een positieve impact hebben. Ik ben van mening dat we die oplossingen vooral zullen vinden door multidisciplinair onderzoek te stimuleren. De coronacrisis heeft ons opnieuw getoond dat de oplossingen voor complexe vraagstukken niet binnen het bereik van een enkele discipline kunnen worden gevonden.'
De toekomst is niet aan monolieten, maar veel meer aan netwerken die via samenwerking op dossiers hun succes tonen en tegelijkertijd adaptief en flexibel blijven.
De Erasmus Universiteit is een van de drie partners van Leiden-Delft-Erasmus Universities, een alliantie die sinds 2012 bestaat. Wat betekent de samenwerking met de Universiteit Leiden en TU Delft voor de Erasmus Universiteit?
'De toekomst is niet aan monolieten, maar veel meer aan netwerken die via samenwerking op dossiers hun succes tonen en tegelijkertijd adaptief en flexibel blijven. De Leiden-Delft-Erasmus samenwerking is het Zuid-Hollandse voorbeeld van een kennisintensief regionaal netwerk. De drie universiteiten hebben elk hun eigen profiel en expertise, en door intensief met elkaar samen te werken en deze te bundelen, kunnen we ook meer impact hebben en zo de samenleving beter bedienen.'
Life Sciences en Medtech zijn in opkomst: in Zuid-Holland is daar een goed ‘eco-systeem’ voor. Hoe ziet u dit t.o.v. ontwikkelingen elders in de wereld?
'In de driehoek Leiden, Delft en Rotterdam bevinden zich twee van de acht UMC’s in Nederland en drie universiteiten. De samenwerking in Medical Delta is ook weer een voorbeeld van een hoogst relevant netwerk, waarin ruim 250 wetenschappers de komende jaren in twaalf verschillende consortia samenwerken aan technologische oplossingen voor duurzame zorg. Net als de universiteiten, hebben de UMC’s hierbij elk een eigen profiel en expertise. En de samenwerking tussen onze medische clusters en de TU Delft wordt daarbij steeds belangrijker. Het convergentieprogramma tussen de Erasmus Universiteit Rotterdam, TU Delft en Erasmus MC is een voorbeeld hiervan.'
Medical Delta is in 2006 opgericht door de drie universiteiten (TU Delft, Universiteit Leiden en Erasmus Universiteit Rotterdam) en de twee UMC’s (LUMC en Erasmus MC) in de provincie Zuid-Holland. Sinds 2016 zijn ook vier hogescholen uit de provincie (De Haagse Hogeschool, Hogeschool Inholland, Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Leiden) aangesloten. www.medicaldelta.nl
'Ik ben ervan overtuigd dat we de competitie met het buitenland aankunnen door onze kennis te bundelen op gebieden zoals AI of Health and Technology, en zo antwoorden kunnen geven op maatschappelijke vraagstukken die beter, toegankelijker en betaalbaarder zijn dan bij de bestaande aanpak.'
'Voor onze studenten creëren we door de samenwerking een heel interessante en inspirerende leeromgeving met nieuwe opleidingen die aansluiten op hun behoefte en een uitstekende aansluiting op de arbeidsmarkt van nu en morgen.
De verankering van een universiteit in stad en regio is erg belangrijk voor alle partijen, juist als we ook maatschappelijke impact ambiëren.
De universiteiten zijn verankerd in de grote steden in Zuid-Holland. Met het versneld virtueel worden van het onderwijs en met de verwachte verstedelijking, zijn de vestigingsplaatsen Leiden, Delft en Rotterdam dan nog relevant? En wat maakt het interessant om ook in Den Haag gevestigd te zijn?
'Het lijkt misschien zo dat het in de toekomst minder belangrijk wordt waar onderwijs gegeven wordt of onderzoek wordt gedaan, omdat we technisch steeds minder aan locaties zijn. Tegelijkertijd zie je dat studenten en onderzoekers graag fysiek onderwijs willen krijgen en geven, en dat komt omdat studeren en onderzoeken ook voor een belangrijk deel sociale processen zijn, waarbij directe menselijke interactie belangrijk is. Deze behoefte om elkaar fysiek te ontmoeten zal blijven, en moet zijn plaats aan de universiteiten houden.'
'De verankering van een universiteit in stad en regio is erg belangrijk voor alle partijen, juist als we ook maatschappelijke impact ambiëren. Dit vereist contacten en samenwerking op alle niveaus. Als internationale stad van vrede en veiligheid is ook Den Haag voor de Erasmus Universiteit van groot belang. Een van onze drie campussen, het International Institute of Social Studies, past daar al bijna 70 jaar perfect in.'