Een cultuurobject waarvan later blijkt dat het geroofd is, onderzoeker en jurist Evelien Campfens, gelieerd aan het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Global Heritage and Development, onderzoekt dit thema in haar proefschrift: 'Voor de meeste juristen is eigendom een nogal ‘absoluut’ concept, er is één rechtmatige eigenaar en dat is het.'
Toen Campfens jaren geleden in Griekenland woonde, raakte ze geïntrigeerd door de casus van de Elgin Marbles, een collectie marmeren sculpturen uit het Parthenon en de Akropolis die sinds 1816 in het British Museum worden tentoongesteld. Mede hierdoor besloot ze zich te specialiseren in internationaal erfgoedrecht, een relatief nieuw rechtsgebied: 'Vooral de dynamiek van het werken op het snijpunt van erfgoed en rechtsregels, sprak mij aan.'
Erfgoedtitel
In haar proefschrift ‘Whose cultural objects? Justice and injustice in looted art matters’ duikt Campfens in de uiterst complexe wereld van geroofde kunst en illegaal verkregen cultuurvoorwerpen. Campfens: 'Er zijn wereld-wijd veel gevallen van illegaal ontvreemde cultuur-voorwerpen in legaal bezit.
Tijdens mijn voormalige baan bij de Restitutiecommissie heb ik deze paradox en de rechtsonzekerheid die dat veroorzaakt, in de praktijk ervaren. In de conclusie van mijn proefschrift (onlangs gepubliceerd in de Netherlands International Law Review) pleit ik voor de ontwikkeling van een ‘erfgoedtitel’ naast een eigendomstitel. Voor de bepaling van de juridische status van cultuurgoederen zijn niet alleen de regels over gestolen eigendommen van belang, maar ook de culturele betekenis van een kunstvoorwerp, als ‘identiteitsdrager’. Een koper van een kunstobject kan zo volgens lokale rechtsregels weliswaar de rechtmatige eigenaar zijn, maar dat wil niet zeggen dat de maker van het object of een ander met een band met dat specifieke object geen rechten heeft; anderen moeten die rechten respecteren.'
Er zijn wereld-wijd veel gevallen van illegaal ontvreemde cultuur-voorwerpen in legaal bezit.
Eigenaarschap
Als voorbeeld noemt ze de casus van het Chinese Boeddhabeeld met daarin het gemummificeerde lichaam van Zhanggong Zushi, een monnik die in de elfde eeuw leefde. Het beeld werd in 1995 geroofd uit een Chinees dorp, en kort daarna door een Nederlandse verzamelaar gekocht in Hong Kong, kennelijk zonder te weten dat het om een gestolen voorwerp ging.
Toen het beeld voor een tentoonstelling werd uitgeleend, werd het beeld herkend door de Chinese dorpelingen die vervolgens een rechtszaak aanspanden om het door hen als een god vereerde gestolen beeld terug te krijgen. De Nederlandse rechter die over de zaak moest beslissen, oordeelde in 2018 dat de zaak niet ontvankelijk was omdat de status van het Chinese dorp als rechtsgeldige eigenaar van het beeld onzeker was.
Volgens Campfens zou door de notie van een erfgoed-titel in zulke gevallen de kern van de zaak beter tot zijn recht komen: 'Ook als ik niet als de rechtmatige eigenaar word erkend onder toepassing van nationaal eigendomsrecht, maar het voorwerp wel mijn erfgoed of zelfs heilig voor mij is (in dit geval voor de Chinese gemeenschap), dan heb ik wel degelijk een direct belang bij het krijgen van toegang tot dat voorwerp.
Het gaat dan niet zozeer om het beeld als gestolen waar maar om het beeld als symbool van een identiteit. Dat is een concept dat nauw aansluit bij bestaande juridische kaders op het gebied van mensenrechten.' De discussie over roofkunst zou volgens haar geholpen zijn bij een benadering waarbij de aandacht wordt verlegd van de onrechtmatigheid van gebeurtenissen in het verleden naar de belangen van de betrokkenen nu.
Bewustwording
Musea en andere spelers in de kunstwereld zouden zich ook meer moeten inspannen om de herkomst van kunstvoorwerpen te onderzoeken, aldus Campfens. 'Richt de aandacht niet alleen op kwesties van authenticiteit, maar erken het belang van de eigendoms-geschiedenis achter een voorwerp', benadrukt zij. Haar adviezen: 'Maak een degelijk herkomstonderzoek tot voorwaarde voor de handel.' En: 'Voor een academische discussie en de ontwikkeling van nieuwe standaarden is streven naar neutraliteit van belang. Kunst is vaak de belichaming van een culturele identiteit. Emoties zijn hierdoor onvermijdelijk.'
Disciplines verbinden
Geen van Campfens collega’s aan de Leidse Rechten- faculteit was gespecialiseerd in erfgoed. Pas toen ze onderdeel werd van het Centre for Global Heritage and Development onderdeel van de Leiden-Delft-Erasmus Universities alliantie - waar ze nu onderzoeks- coördinator is van de Heritage under Threat track - trof ze erfgoedspecialisten uit allerlei andere academische velden. Campfens: 'Ik zie mezelf niet als een hardcore wetenschapper: als jurist zie ik het tot mijn taak rechtvaardigere richtlijnen te ontwikkelen, waarvoor de input uiteraard uit het veld zelf komt. Deze richtlijnen kunnen ook een kader vormen voor andere disciplines.' De alliantie Leiden-Delft-Erasmus en haar summer schools over dit onderwerp, zijn hiervoor van grote waarde geweest.
Tekst: Mauro Smit // ErfgoedinZicht
LDE Centre for Global Heritage and Development
Het Centre for Global Heritage and Development initieert, stimuleert en faciliteert interdisciplinair en innovatief onderzoek en onderwijs op het gebied van erfgoed. De focus ligt op erfgoed en het milieu, identiteit en bedreigde erfgoed. Het Centre is ook gespecialiseerd in advieswerk voor overheid, bedrijven en andere belanghebbenden.
Meer informatie