De gemeente Leiden wil circulair bouwen, maar hoe rijm je dat met de groeiende woningvraag? Voor het Kennisatelier Duurzaamheid onderzoeken masterstudenten van Industrial Ecology of de gemeente tot 2030 genoeg woningen kan bouwen en toch de helft minder materialen kan gebruiken. ‘Hoogbouw heeft een veel hogere materiaalvraag dan een rijtjeshuis.’
Eyecatcher
Met een donkerrode plint en twee indrukwekkende torens is het de nieuwe eyecatcher van Leiden: het multifunctionele gebouw Lorentz naast station Leiden Centraal. Het haalde een BREEAM Very Good certificaat, een indicatie voor de duurzaamheid van het gebouw. Maar past hoogbouw wel binnen de circulaire plannen van de gemeente? Studenten van de masteropleiding Industrial Ecology proberen de zaak op te helderen en komen met een aantal interessante inzichten.
Masteropleiding Industrial Ecology
Industrial Ecology is een gezamenlijke opleiding van Leiden-Delft-Erasmus Universities. De opleiding biedt een gereedschapskist voor duurzame ontwikkeling in de vorm van een systematische aanpak van door de mens veroorzaakte problemen. Hierbij worden technische, milieu- en sociale aspecten geïntegreerd.
Meer informatie
Impact maken
Emma Lucassen (26) is een van die Industrial Ecology studenten. Althans, was: sinds oktober is ze Adviseur Duurzaamheid bij bouwbedrijf BAM. Voor haar masterscriptie onderzocht ze circulaire oplossingen voor de woningbouw in Leiden. Een vervolg op het afstudeeronderzoek van oud-student Marijn Sauer, vertelt Benjamin Sprecher. Hij is scriptiebegeleider en coördinator van het Kennisatelier Duurzaamheid. ‘Marijn werkt nu als Beleidsadviseur circulaire economie bij de gemeente Leiden, waar ze voor haar master ook al werkzaam was. Ik vind het mooi om te zien dat onze studenten op plekken terechtkomen waar ze hun academische kennis over duurzaamheid in de praktijk kunnen toepassen.’ Want daar draait het om, zegt Sprecher: zorgen dat de juiste kennis over duurzaamheid de juiste mensen bereikt.
Lucassen beaamt dit, sterker nog: het was de reden dat ze na haar hbo-opleiding bouwkunde besloot om verder te studeren. ‘Ik wilde verder gaan studeren, met als doel om impact te maken in de samenleving.’
Hout herleeft
Voor haar masterthesis onderzocht Lucassen hoe de gemeente tot 2030 genoeg huizen kan bouwen om aan de woningvraag te voldoen en tegelijkertijd het materiaalgebruik kan halveren. Het gaat hierbij om zo’n 1200 nieuwbouwwoningen per jaar. ‘Ik begon met het vaststellen van hoeveel materiaal er nodig is om al deze woningen te bouwen. Vervolgens heb ik verschillende scenario’s uitgewerkt, en gekeken bij welk scenario de materiaalbesparing het hoogst was.’
Het scenario met een houten constructie bleek de meeste winst op te leveren: met deze hybride bouwvorm met zowel hout als beton bespaart de gemeente ruim 40 procent van het benodigde materiaal, valt op te maken uit de infographic die Lucassen met de gemeente ontwikkelde. Urban mining, waarbij materiaal uit oude gebouwen hoogwaardig wordt hergebruikt, levert 19 procent besparing op. Wat verder opvalt, is dat een parkeergarage onder hoogbouw bijna een kwart van het totale materiaal van zo'n gebouw kost. ‘Ook de hoogbouw zelf kost veel meer materiaal dan normale bouw,’ zegt Lucassen. ‘In theorie kan je zo'n 35 procent bouwmateriaal besparen door tot maximaal 5 verdiepingen te bouwen, alleen is er niet genoeg ruimte in de stad voor alleen maar laagbouw. Dus dat scenario valt af.’ En een houten gevel, wat levert dat op? Lucassen: ‘Dat oogt natuurlijk mooi en duurzaam, maar de winst valt hierbij tegen. Als je niet-dragende bouwelementen, zoals de gevel en binnenwanden, van natuurlijke materialen maakt, levert dat maar 7 procent winst op.’
Realistische oplossingen
Lucassen is bij de scenario’s uitgegaan van technieken die bouwbedrijven in de praktijk al toepassen. ‘Door mijn praktische achtergrond weet ik welke bouwmethodes dat zijn. Hierdoor zijn onze onderzoeksresultaten realistisch. Uit deze resultaten blijkt dat de circulaire plannen van de gemeente nog steeds hoog gegrepen zijn, maar wel uitvoerbaar.’
‘We dragen met onze inzichten bij aan beter onderbouwde keuzes.’
Presenteren voor wethouders
Lucassen presenteerde haar bevindingen tijdens een videovergadering aan drie wethouders van de gemeente. ‘Dat was behoorlijk spannend, maar gelukkig waren ze enthousiast over het onderzoek. Het scheelde ook dat ik een positieve boodschap had: ook al kost het veel moeite, de doelen van de gemeente zijn in principe haalbaar.’
Toekomst
‘Het idee van het project is niet alleen om impact te maken, maar ook dat de studenten op elkaars werk voortbouwen,’ legt Sprecher uit. ‘Zo blijkt uit het onderzoek van Emma Lucassen dat voor een circulaire bouw meer hout nodig is. Maar wat betekent dit voor de houtproductie, is hier wel genoeg hout voor? Dat gaat een volgende student onderzoeken. Leuk om te noemen is dat bouwkundige John Heintz van de TU Delft vaak bij deze scripties betrokken is als begeleider. Op deze manier bieden we maatschappelijk relevant onderzoek, dat ook nog eens wetenschappelijk gezien interessant is en verschillende expertises aan elkaar verbindt.’