SolarPanels

Materiaaltekorten en industrieel beleid door de jaren heen

David Peck is universitair hoofddocent aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Hij is gespecialiseerd in kritieke materialen en circulair productontwerp. Peck

  1. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd aan veel criteria van een circulaire economie voldaan
  2. Er zijn beleidsmaatregelen nodig om de energietransitie te versnellen

Als consumenten merken we vooral de tekorten aan zonnebloemzaden en graan, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, en de tekorten aan computerchips als gevolg van de COVID-pandemie. Maar er zijn meer tekorten, met name wat betreft de benodigde hulpbronnen voor het realiseren van de energietransitie. In zijn proefschrift analyseerde dr. David Peck verschillende strategieën als reactie op grondstoftekorten. “We kunnen veel leren van hoe overheden deze problemen in het verleden te lijf gingen.”

Tekorten van alle tijden

“Over zeven jaar wil Europa zowel het grondstoffenverbruik als de koolstofemissies met 50% hebben teruggebracht. Het Verenigd Koninkrijk heeft dat toentertijd in twee jaar klaargespeeld, dus we kunnen er zeker wat van leren.”

Tijdens de Tweede Wereldoorlog worstelden veel landen met grote tekorten aan materialen omdat de wereldmarkt en de toeleveringsketens flink verstoord waren. Tussen 1940 en 1944 zorgde de gerichte aanval op transportschepen ervoor dat de aanvoer van goederen naar het Verenigd Koninkrijk met de helft afnam. “De technologie en de geopolitieke situatie van die tijd waren compleet anders dan nu, net als het soort grondstoffen waar een tekort aan was,” zegt Peck. “Je kan zeggen dat elke vergelijking hierdoor mank gaat. Maar we moeten ons realiseren dat specifieke materialen letterlijk een tijdperk kunnen definiëren: denk bijvoorbeeld aan de steentijd en de bronstijd.

Het verleden kan ook als voorbeeld dienen voor de urgentie van de huidige uitdagingen. Peck: “Over zeven jaar wil Europa zowel het grondstoffenverbruik als de koolstofemissies met 50% hebben teruggebracht. Het Verenigd Koninkrijk heeft dat toentertijd in twee jaar klaargespeeld, dus we kunnen er zeker wat van leren.”

Productie-licentie

Voor zijn promotieonderzoek keek Peck niet naar de productie van wapens, maar juist naar gewone producten zoals kleren, aardewerk en meubels. “Gedurende de oorlog hadden arbeiders nog steeds een bed nodig om in te slapen, een tafel om aan te eten, en een bord om van te eten. Dit waren daarom essentiële producten tijdens de oorlog.” Hij was in het bijzonder geïnteresseerd in de beleidsmaatregelen van de Britse overheid waarmee ze in vrijwel alle productie intervenieerden. “Een productie-licentie was verplicht en commerciële bedrijven werkten onder overheidscontracten. Om er zeker van te zijn dat de economie zou blijven draaien besloot de regering wat wel en niet mocht worden ontworpen en geproduceerd.”

De Britse overheid nam de volledige controle tot zich, waarmee ze de structuur van vraag en aanbod volledig veranderden. Ze stelden zes hoge beleidsmakers aan met daarnaast zes fabrikanten die elk verantwoordelijk waren voor bepaalde industriële sectoren. Peck: “Met zijn twaalven kwamen ze bij elkaar en besloten ze: dit is wat we hebben, dit is wat we willen maken, en dit zijn de benodigde stappen om dat voor elkaar te krijgen. De productie van niet-essentiële producten kwam volledig tot stilstand.”

Infographic
Zwakke en zeer zwakke koppelingen tussen belangrijke dimensies van kritieke materialen en de circulaire economie.

Onbedoeld circulair

In een normale markt produceert men in overeenstemming met de wensen van de kopers. Maar in het Verenigd Koninkrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog had een kleine groep ontwerpers de taak om tot de meest efficiënte ontwerpen te komen, voor bijvoorbeeld minimalistische meubels. “Het moest goedkoop zijn, op basis van weinig en bij voorkeur lokaal te winnen materiaal, en het moest eenvoudig te produceren zijn,” zegt Peck. “Niemand wist hoelang de oorlog zou duren, dus alles moest heel lang mee kunnen gaan. Sommige stoelen zijn nog steeds collectors items omdat ze zo stevig gebouwd zijn.” De regering verspreidde ook zogenoemde ‘make do and mend’ pamfletten met nuttige tips voor huisvrouwen over hoe ze zowel zuinig als stijlvol konden zijn in tijden van rantsoenering.”

Nog een tekort

“Het gaat de juiste kant op, maar niet snel genoeg. De toeleveringsketens van kritieke materialen zijn extreem dynamisch en complex. Er staan nog duizenden openstaande vragen terwijl de geleerden die hierin gespecialiseerd zijn gemakkelijk in een enkele overlegruimte passen. We hebben een tekort aan onderzoekscapaciteit.”

Voor Peck zijn er duidelijke parallellen met de oorlog in Oekraïne omdat dit conflict ons ook dwingt om kritisch naar de wereldwijde toeleveringsketens te kijken. “Een belangrijk verschil is dat het bij de huidige transitie de private sector is die het voortouw neemt, daarbij aangemoedigd door de overheid,” zegt hij. “Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de staat de leiding, bijgestaan door de private sector.” Hij snapt de terughoudendheid van politici om in te grijpen, omdat ze op weerstand kunnen rekenen van zowel de private sector als burgers. “De beleidsmaatregels kunnen misschien best wat minder draconisch zijn dan toen, maar we moeten wel degelijk – net als toen – snel en daadkrachtig handelen. We kunnen niet zonder een of andere gecentraliseerde vorm van controle.”

Op beleidsniveau is de interesse in kritieke materialen groter dan ooit tevoren. Peck is dan ook veelvuldig geïnterviewd door Nederlandse media. “Het gaat de juiste kant op, maar niet snel genoeg. De toeleveringsketens van kritieke materialen zijn extreem dynamisch en complex. Er staan nog duizenden openstaande vragen terwijl de geleerden die hierin gespecialiseerd zijn gemakkelijk in een enkele overlegruimte passen. We hebben een tekort aan onderzoekscapaciteit.”

Tekst: Karst Oosterhuis