Met 1300 kilometer is de Rijn de langste rivier van Duitsland. Vanuit de Zwitserse Alpen stroomt het water via de glooiende Duitse wijngebieden en de zware industrieën van het Roergebied, via de Nederlandse delta naar het IJsselmeer en de Noordzee.
De steden langs de Rijn hebben veel met elkaar gemeen, zegt PhD-onderzoeker Lukas Höller van de TU Delft: ‘In mijn onderzoek probeer ik in kaart te brengen wat steden die binnen dat sterk geïntegreerde territorium liggen met elkaar verbindt. Vaak gaat het dan om verwaarloosde steden die buiten de hoofdstedelijke bubbels liggen en niet altijd meer mee komen met de mondiale economie. Daarom is het belangrijk om te verkennen hoe ze kunnen samenwerken om het welzijn van hun burgers toch te garanderen.’
Sinds september 2021 werkt de 28-jarige Höller binnen het departement Technology Urbanism in Delft aan zijn promotieonderzoek ‘Second‐tier Port Cities as Gateways to Healthy Territories’. Daarin probeert hij steden als Rotterdam, Duisburg of Mannheim met elkaar te verbinden. Ook maakt hij deel uit van de onderzoeksgroep PortCityFutures van samenwerkingsverband LDE (Leiden-Delft-Erasmus Universities).
Afgelopen najaar was Höller met een team van LDE-wetenschappers in de Indonesische hoofdstad Jakarta om deel te nemen aan de LDE-BRIN Academy. ‘Het overkoepelende doel daarvan is om publiceerbare papers te produceren over belangen die Europa en Indonesië delen,’ zegt hij. ‘Voor mij persoonlijk is het ook een gelegenheid om met Indonesische collega’s uit te wisselen over mondiale onderwerpen die voor iedereen belangrijk zijn. Als PhD-onderzoeker zit je vaak vier jaar lang helemaal ondergedoken in je eigen onderwerp. Deze Academy is een fijne gelegenheid om daarvan los te komen.’
Gedeelde geografie
Het doel van het onderzoek dat Höller doet is tweeledig, zegt hij. Ten eerste kan de gedeelde geografie tussen havensteden aan dezelfde rivier nieuwe ruimte scheppen in besluitvormingsprocessen. Stedelijke overheden die samen optrekken zouden beter in staat zijn om een alternatief te ontwikkelen voor het overkoepelende economische beleid van nationale regeringen: dat draait volgens Höller in toenemende mate alleen om de hoofdsteden en metropoolregio’s die een centrale rol spelen in de wereldeconomie.
Waterwegen zijn een goed voorbeeld van hoe steden-netwerken vorm kunnen krijgen.'
Ten tweede wil de jonge Duitser ook beleidsindicatoren zien te formuleren die zich richten op het welzijn van burgers in plaats van alleen economische groei. ‘Mijn research heeft veel te maken met tegenbewegingen in de mondiale economie. De steden langs de Rijn analyseren aan de hand van een gedeelde geografie betekent bijvoorbeeld bekijken hoe grensoverschrijdende infrastructuurprojecten of beslissingsnetwerken het welzijn van burgers in dat hele territorium kunnen verbeteren.
Om dat te doen moet je verder durven denken dan de neoliberale focus op economische groei. Waterwegen zijn een goed voorbeeld van hoe zulke stedennetwerken vorm kunnen krijgen. Rivieren zijn in Europa immers bijna altijd grensoverschrijdend.’
Relatief kleine steden in Duitsland hebben binnen het mondiale systeem meer gemeen met Jakarta dan je in eerste instantie verwacht."
Achterland
Voor Höller is het belangrijk om na te denken over hoe stedelijke omgevingen op zo’n manier in te richten dat het welzijn van de inwoners gediend wordt. ‘Second-tier steden langs de Rijn zijn vanwege hun kleinere omvang interessant. Aan de ene kant hebben ze niet de schaalvoordelen die Berlijn of Parijs hebben, maar ze hebben wél een veel directere verbinding met kleinere dorpen en rurale gebieden in hun achterland. Als zulke steden erin slagen om onderling netwerken te bouwen dan neem je ook meteen de gebieden die nu nog leegstromen mee in de ontwikkeling.’
In vergelijking met de Rijnsteden die Höller bestudeert is de metropoolregio Jakarta met zijn 30 miljoen inwoners van een heel andere orde. Toch kunnen de Indonesische hoofdstad en de kleinere Europese steden volgens Höller wel degelijk van elkaar leren: ‘Relatief kleine steden in Duitsland hebben binnen het mondiale systeem meer gemeen met Jakarta dan je in eerste instantie verwacht. Overal is de vraag hoe mensen zich verhouden tot de stedelijke omgeving waar ze in wonen.'
Als we op een iets lossere manier naar grootstedelijke problemen kijken, kunnen we leren van onze collega’s in het mondiale zuiden.’
'Nederlanders hebben bijvoorbeeld de neiging om alles heel strak te willen plannen. Daaraan vasthouden kan echter ook belemmerend werken als een stad sneller groeit. Op een iets lossere manier naar grootstedelijke problemen kijken, dat kunnen we bijvoorbeeld leren van onze collega’s in het mondiale zuiden.’
Wereldproblemen als toenemende droogte en overstromingen, maar ook ongelijkheid in steden en de vraag hoe een duurzame economische transitie vorm te geven, gaan iedereen op de planeet aan, benadrukt Höller.
‘Juist daarom moeten wetenschappers op zoek gaan naar overeenkomsten in verschillende landen. Als wetenschapper ben je vaak zo gefocust op de harde research in je eigen onderzoek. Door naar Indonesië te gaan en met allerlei mensen met uiteenlopende achtergronden te praten hoop ik dat er een vrije en creatieve ruimte kan ontstaan. Dat is immers waar de ideeën worden ontwikkeld waar we allemaal iets aan hebben.’
LDE Global is het programma van de Leiden-Delft-Erasmus Universiteiten dat inter- en transdisciplinaire onderwijs en onderzoek met partners uit de Majority World ondersteunt op het gebied van mondiale maatschappelijke uitdagingen.
Tekst: Hans Wetzels