Auteurs: prof. Carola Hein, Paul van de Laar, Maurice Jansen, Sabine Luning, Amanda Brandellero, Lucija Azman, Sarah Hinman, Ingrid Mulder, Maurice Harteveld, Leiden-Delft-Erasmus PortCityFutures
Havensteden als centra van diversiteit en inclusiviteit: de casus Rotterdam
Het Leiden-Delft-Erasmus PortCityFutures-programma hanteert multidisciplinaire methoden en longitudinale perspectieven om politieke, economische, maatschappelijke en culturele aspecten van het gebruik van de ruimte in havenstadregio’s te begrijpen en te ontwerpen. In het programma wordt onderzocht hoe goederen- en mensenstromen die ontstaan door havenactiviteiten kruisen met de dynamiek van het natuurlijke gebied, de waterbouwkunde, ruimtelijke ordening, architectuur en erfgoed. De ruimtelijke impact van concurrerende belangen van havengerelateerde en stedelijke ruimtelijke ontwikkelingsbehoeften en tijdschema’s wordt bekeken. Ook worden creatieve oplossingen en ontwerpmaatregelen voor problemen en de gevolgen daarvan onderzocht voor het toekomstige gebruik van de beperkte ruimte, waardoor de haven, de stad en de regio kunnen floreren.
Havensteden zijn een bijzonder soort gebied en zijn vaak oude voorbeelden van robuuste steden die kansen, rijkdom en innovatie bieden aan hun landen en hun inwoners. Ze hebben zich ontwikkeld op het kruispunt van internationale handel en commercie en op het grensvlak van de zee en het land. Mensenstromen als gevolg van handel en migratie hadden een sleutelrol in de ruimtelijke, maatschappelijke en culturele ontwikkeling van havensteden. Hun sterke lokale identiteiten delen erfenissen van diversiteit en kosmopolitisme, maar ook van kolonialisme en segregatie. De Qingjing-moskee in Quanzhou, Fujian (China) getuigt van de uitwisseling tussen Arabië en China langs de Maritieme Zijderoute. Hanzesteden zijn een voorbeeld van wijdverbreide netwerken met wijken voor buitenlandse handelaren – denk aan de Duitse kooplieden die de Duitse haven Bryggen hebben gesticht in Bergen (Noorwegen), die nu op de UNESCO-Werelderfgoedlijst staat.
Havensteden zijn noodzakelijkerwijs plaatsen die ruimte geven aan verandering en vaak floreren dankzij die verandering. Met de ontwikkeling van logistieke patronen, economische organisatie, ruimtelijke structuren en technologische apparaten hebben havensteden consequent ruimtes en instellingen geleverd die onderdak konden bieden aan maatschappelijke, culturele en demografische behoeften. Deze steden hebben hun lokale identiteiten daar omheen gebouwd. Handelaren en kooplieden zijn eeuwenlang afhankelijk geweest van de interactie tussen plaatselijke handelaren en migranten van alle klassen die daar voor kortere of langere tijd verbleven. Zo zijn ‘Chinatowns’ bijvoorbeeld het symbool van vele havensteden wereldwijd.
Om scheepvaart en handel te behouden en te faciliteren en om verdediging te organiseren, kwamen handelaren, arbeiders en burgers samen om strategieën voor de lange termijn en inclusieve bestuurssystemen te ontwikkelen. Niet iedereen heeft altijd geprofiteerd van deze gedeelde en rond de handel gebouwde praktijken. Koloniale havensteden boden onderdak aan de handel in slaven, mineralen, dieren en opium. Veel arbeiders woonden op loopafstand van de haven, in erbarmelijke omstandigheden. De mate van tolerantie en inclusie was onder andere afhankelijk van het aantal etnisch diverse mensen, de mate van ruimtelijke en sociale segregatie in de stad en de economische structuur van de stedelijke economie.
De waterkant was en is in een aantal (kleinere) steden soms nog steeds een ontmoetingsplek voor mensen met diverse achtergronden. De openbare ruimte brengt havenarbeiders, ontheemden, dagloners en transmigranten die wachten om aan boord te gaan van schepen voor overzeese reizen samen. Maar de waterkant werd aan het begin van de twintigste eeuw ook al beschouwd als een plaats van anderszijn die toe was aan sociale hervorming. Sinds de jaren zestig hebben containergebieden en offshorehavens de scheiding tussen de haven en de stad verder vergroot. Na de containerisatie zijn wereldwijd controversiële processen van ‘waterkantregeneratie’ toegepast om een aantal van de vermeende economische en maatschappelijke problemen verbonden aan de waterkant van de negentiende eeuw, te overwinnen.
Stadsvernieuwing en gentrificatie staan centraal in veel van deze programma’s die in de jaren tachtig in de meeste Europese havensteden van start gingen. Door gebieden te herpositioneren hoopt men nieuw kapitaal in te brengen en vaak ook nieuwe mensen te trekken naar de buurten bij voormalige havengebieden die normaal gesproken niet interessant zouden zijn voor particuliere beleggers. In bijzondere gevallen, zoals bij HafenCity Hamburg, hebben planners en politici hierbij bewust gekozen voor ruimtelijke en sociale inclusie. Vaker echter zijn regeneratie en gentrificatie spreekwoordelijk voor de maatschappelijke en economische verdringing van de meest kwetsbare en gemarginaliseerde inwoners van de stad.
Een stad waar we deze vaak tegenstrijdige processen aan het werk kunnen zien, is Rotterdam, een van de belangrijkste havensteden in Europa. De stad heeft een lange geschiedenis van migratie die traditioneel verband houdt met alle aspecten van scheepvaart en handel, maar sinds de jaren zeventig heeft de werkende haven geen bepalende aantrekkende werking meer. Sindsdien zijn de kenmerken van de stadsbevolking veranderd als gevolg van andere internationale, nationale en lokale factoren.
In de afgelopen decennia is niet alleen de diversiteit van etnische groepen en religies toegenomen, maar is er ook meer variatie te zien in de sociaaleconomische status van inwoners met een migratieachtergrond. Rotterdam heeft zoveel ‘minderheden’ dat het tegenwoordig als hyperdiverse stad wordt beschouwd, waar 52% en in sommige wijken bijna 70% van de bevolking een migratieachtergrond heeft.
De hyperdiversiteit van Rotterdam, een term waarmee wordt getracht recht te doen aan de verschillende oorzaken van diversiteit, is een uitdaging voor het bestaande plaatselijke integratie- en regeneratiebeleid. Het stadsbestuur streeft naar een evenwichtige bevolkingssamenstelling. Regeneratieprogramma’s in combinatie met nieuwe residentiële, duurzamestedenbouwkundige en brandingstrategieën zijn daarvan het bewijs.
Net als andere steden met grootschalige activiteiten op het gebied van waterkantrevitalisering, is er in Rotterdam een kloof tussen de kosmopolitische aspiraties die een boost krijgen door internationaal kapitaal en symbolische waterkantarchitectuur en de dagelijkse strijd voor erkenning van de hyperdiverse inwoners van de stad. Stadsvernieuwingsprojecten aan de waterkant in voormalige havengebieden, zoals Lloyd Quarter, RDM en M4H, zijn hier voorbeelden van. En net als bij andere steden rijst in Rotterdam de vraag of de inspanningen van de stad de sociaaleconomische kloof tussen diverse wijken en gegentrificeerde havenstadvernieuwingsprojecten vergroten en wat dit betekent voor sociale en economische rechtvaardigheid.
Er is een groeiend risico op economische segregatie als bij de ambities van de overheid en onderwijs- en culturele instellingen om de postindustriële economie op te bouwen, die gebieden worden verwaarloosd waar een link met de maritieme mindset van Rotterdam als havenstad nauwelijks voelbaar, laat staan zichtbaar is.
Rotterdam moet een manier vinden om goed om te gaan met de politieke, economische, maatschappelijke en culturele aspecten van zijn havenstad. Dit is een van de grote uitdagingen voor Rotterdam op weg naar een inclusieve stad.
Wat is er voor nodig om een verbinding te leggen met het migratieverhaal van Rotterdam en andere havensteden en zo de ambitie van een inclusieve stad verder te brengen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de huidige hyperdiversiteit en de waarde van diversiteit voor creativiteit, innovatie en het creëren van de volgende havenstad wordt erkend? Het onderzoeken van de kernwaarden van een inclusieve, postindustriële hyperdiverse havenstad is de drijvende kracht achter de onderzoeksagenda van het multidisciplinaire Leiden-Delft-Erasmus PortCityFutures-programma.