Leiden-Delft-Erasmus Universities staat voor multidisciplinair samenwerken: het bundelen van de vakgebieden die de drie universiteiten samen bieden. Voor steeds meer vraagstukken is een combinatie van alfa, beta, gamma, techniek en geneeskunde nodig en die combinatie van kennis is precies wat er in Zuid-Holland volop aanwezig is.
In de alliantie van Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam werken bijvoorbeeld rechtsgeleerden, ingenieurs, economen en sociologen samen aan onderwerpen zoals migratie, klimaatverandering, gezondheid, verstedelijking. Vaak gaat de samenwerking ook een stap verder, buiten de muren van de universiteiten, en ontstaat er een wisselwerking met bedrijven, overheden of maatschappelijke instellingen door projecten met onderzoekers en studenten.
In het Financieele Dagblad van 30 september 2024 vertellen bestuurders, onderzoekers en ondernemer over het belang van dit vakgebied-overschrijdend samenwerken, voor zowel de wetenschap, de economie en de maatschappij in zijn geheel. Lees hier het artikel (betaald)
De samenwerking heeft nut maar is niet vanzelfsprekend vanwege de publicatiedruk die onderzoekers ervaren. De universiteiten doen daarom veel moeite om via verschillende gezamenlijke Leiden-Delft-Erasmus centres, onderzoeksprogramma's, impact papers, opleidingen en scriptiewerkplaatsen de disciplines bij elkaar te brengen rondom urgente opgaven. Hierover sprak Annetje Ottow, voorzitter van de Universiteit Leiden en van Leiden-Delft-Erasmus Universities in het FD.
Jonge onderzoekers zijn vaak ambitieus en willen wereldproblemen aanpakken. Dus willen ze ook met andere vakgebieden samenwerken.'
Kracht en uitdagingen van verschillen
Interdisciplinaire samenwerking gaat niet altijd zonder slag of stoot. Onderzoekers die over de grenzen van hun vakgebieden heen kijken, hebben het nog altijd moeilijk om erkenning te krijgen, vertelt Annetje Ottow, voorzitter van het LDE-verband. 'Jonge onderzoekers zijn vaak ambitieus en willen wereldproblemen aanpakken. Dus willen ze ook met andere vakgebieden samenwerken. Maar je wordt als wetenschapper afgerekend op publicaties en citatiescores in gespecialiseerde vakbladen.'
Wim van den Doel, Dean van Leiden-Delft-Erasmus Universities, wijst in het FD-artikel op culturele verschillen tussen de universiteiten: 'In Delft kijken ze heel rechttoe, rechtaan naar een probleem en willen ze meteen aan de slag met een oplossing, terwijl in Leiden eerst uitgebreid wordt stilgestaan bij de definitie en analyse van het probleem.'
Dat die verschillen ook een kracht zijn als ze samenkomen rondom een urgent probleem, zoals afval en circulaire economie, komt naar voren in de besproken casus Circular Circuits.
Circular Circuits
In dit duurzame afval-project van NWO worden elektronische componenten van printplaten gescheiden. Hieraan werken onderzoekers van Civiele Techniek in Delft, ecologen van het Centrum voor Milieukunde in Leiden en bedrijfskundigen van de Rotterdam School of Management in Rotterdam.
Je kunt de beste technologie hebben, maar zonder een effectief businessmodel om deze naar de markt te brengen, zal het niet slagen.'
Arnold Tukker, die als hoogleraar industriële ecologie in Leiden het afvalproject coördineert, is tevens directeur van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability en vertelt hoe de partners elkaar aanvullen. 'Leiden levert de generieke kennis en systeemanalyses, Rotterdam vertaalt die kennis naar werkbare managementmodellen en Delft ontwikkelt de technologieën en ontwerpen.'
Volgens Tukker is samenwerking essentieel: 'Je kunt de beste technologie hebben, maar zonder een effectief businessmodel om deze naar de markt te brengen, zal het niet slagen. Hierdoor stranden veel duurzame innovaties.'