‘Je kunt geen succesvolle economische strategie voeren zonder sterke kennisinstellingen - en daar zijn internationale postdocs bij nodig.’
‘Kenniseconomie bestaat uit 2 woorden die precies aangeven waar het voor staat: het verband tussen investeren in kennis en de economische welvaart. Je kunt in mijn ogen geen succesvolle economische strategie voeren zonder sterke kennisbasis. En daar hebben we ook internationaal wetenschappelijk talent bij nodig.’
Aan het woord is Prof.dr. Pancras Hogendoorn, lid van de Raad van Bestuur en decaan van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en tevens lid van de Economic Board Zuid-Holland en van de stuurgroep van het Leiden-Delft-Erasmus LEaDing Fellows postdocprogramma. Over dit laatste spraken we hem, want het programma sloot recent de derde call af en heeft inmiddels 90 postdocs succesvol naar Zuid-Holland gehaald.
Waarom kiezen internationale wetenschappers voor Zuid-Holland?
Pancras Hogendoorn: ‘De gezamenlijke aanpak van de 3 Zuid-Hollandse universiteiten en 2 UMC’s om internationaal talent naar Nederland te halen blijkt effect te hebben. Waarom kiezen ze voor ons? Dat zit onder meer in de aanwezigheid van de juiste infrastructuur. Denk bijvoorbeeld aan de super elektronenmicroscopen van NeCEN in Leiden, waar inmiddels een cluster van 300 wetenschappers omheen is ontstaan.'
'Maar ook de nabijheid van andere experts en potentiele samenwerkingspartners is voor wetenschappers van groot belang. Hier vanuit het LUMC zie ik bijvoorbeeld het BioScience Park liggen met o.a. de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en tal van kennisinstellingen en bedrijven. Het Centraal Station is om de hoek en in 19 minuten sta je in Delft. Dat is ideaal voor bijvoorbeeld een eiwitchemicus of geneticus die wil samenwerken met een bioinformaticus.’
Wat is het belang van internationale postdocs voor de universiteiten en UMC’s?
Pancras Hogendoorn: ‘Het binnenhalen van wetenschappelijk talent is cruciaal voor de universiteiten. Ik ken geen goede onderzoeksgroep meer zonder internationale postdocs. Het gaat niet alleen om hun unieke expertise en de bijdrage aan onze wetenschappen. Zij brengen ook nieuwe methodes en zienswijzen mee en, heel belangrijk, contacten van andere instituten wereldwijd.'
'Ook voor het imago van onze universiteiten is het belangrijk. Wij willen bijvoorbeeld een leidende positie hebben op het gebied van bèta-medisch-techniek en zitten in allerlei internationale netwerken zoals LERU of Eurolife (Network of European Universities in Life Sciences). Daar doe je alleen in mee als je ook wat te bieden hebt en dan is zo’n LEaDing Fellows-postdocprogramma een hele goede zet.’
Hoe kijkt u als lid van de Economic Board Zuid-Holland naar het LEaDing Fellows-postdocprogramma?
Pancras Hogendoorn: ‘Vanuit de Economic Board Zuid-Holland juichen we de komst van internationale postdocs toe. Want die smeltkroes van internationale onderzoekers is ook verbonden met de zogenaamde spinouts, bedrijven die voortkomen uit wetenschappelijke vindingen. Mooi voorbeeld is het succesverhaal van biotechbedrijf Crucell.'
'Postdocs werken aan onderzoek met meer risico, kunnen vrijer te werk gaan, want de druk van het promoveren is eraf. Ook zijn ze meer ervaren, brengen veel expertise in. Die mensen hebben we gewoon heel hard nodig. We willen ze overigens ook graag houden nadat ze hun fellowship hebben afgerond en geen doorvoerhaven van talent zijn. Het pakket dat je deze experts biedt om ze in Zuid-Holland te houden, bijvoorbeeld een tenure positie bij de universiteit, de mogelijkheid een eigen groep op te bouwen, de vereiste infrastructuur voor hun experimenten, is dus ook belangrijk.’
Wat is de relevantie van de Leiden-Delft-Erasmus samenwerking in dit verhaal?
Pancras Hogendoorn: ‘Door onze krachten te bundelen als Zuid-Hollandse universiteiten en UMC’s, konden we samen Europese cofinanciering aanvragen en een aantrekkelijk programma neerzetten. Daardoor hebben we meer tractie op de markt van internationale postdocs. Maar ook de al eerder genoemde dichtheid van kennisinstellingen die we hier in Zuid-Holland hebben, en bestaande samenwerkingsverbanden waaronder Medical Delta, is een troef. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor de driehoek Leiden-Delft-Rotterdam maar ook voor de nabijheid van Utrecht en Amsterdam.’
Lees hier de persoonlijke ervaringen van LEaDing Fellows Eduard, Zoltan en Zhanar.
Wie zijn onze concurrenten op de ‘markt van internationaal wetenschappelijk talent’?
Pancras Hogendoorn: ‘Nederland is een knooppunt in de wereld, het werkklimaat is goed, mensen komen hier graag naartoe. De kwaliteit van ons wetenschappelijk onderzoek is hoog en we zijn kampioen in efficiëntie, dus hoeveel output er uit iedere ‘onderzoekseuro’ komt. Maar het totale budget voor wetenschappelijk onderzoek zou wel omhoog mogen, daar streven andere landen ons in voorbij.'
'Die verhoging is ook nodig als je kijkt naar de maatschappelijke opgaven waar we voor staan, zoals de vergrijzing en het beslag dat dat legt op de gezondheidszorg. Het vinden van antwoorden voor de maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals vastgelegd in de SDG’s, de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, vraagt om meer investeringen in wetenschappelijk onderzoek.’
Hoe gaat het verder met het LEaDing Fellows-programma?
Pancras Hogendoorn: ‘We bereiden een nieuwe aanvraag voor cofinanciering voor, maar dat is een traject van 2 jaar. In de tussentijd overwegen we met eigen financiering het programma in de lucht te houden. LEaDing Fellows is een merknaam geworden in de internationale onderzoeksgemeenschap. Een hele sterke merknaam met waarde, dat wil je niet zomaar laten gaan.’
Het LEaDing Fellows-programma
De Universiteit Leiden, TU Delft, Erasmus Universiteit Rotterdam, het Leids Universitair Medisch Centrum en Erasmus Medisch Centrum werken samen in het aantrekken van internationaal wetenschappelijk talent via het LEaDing Fellows postdocprogramma (deels gefinancierd door de EU vanuit het Marie Sklodowska Curie COFUND-programma).
Het LEaDing Fellows-programma biedt in totaal 90 postdocs, verdeeld over 3 opeenvolgende calls, een aanstelling voor 2 jaar bij één van de LDE-instellingen of medische centra. Het programma draagt bij aan de carrièreontwikkeling van pas gepromoveerden door mogelijkheden te bieden voor internationaal, sector-overstijgend en interdisciplinair onderzoek. Het stimuleert ook regionale en internationale netwerken tussen (niet) academische instituten.
Dit voorjaar zijn de kandidaten voor de laatste ronde geplaatst. Van de in totaal 187 voorstellen zijn 30 kandidaten als beste door de externe review gekomen. Van deze 30 gaan er 9 bij de TU Delft aan de slag. 7 kandidaten landen bij het Erasmus MC, 5 bij de Erasmus Universiteit, 4 bij het Leids Universitair Medisch Centrum en 5 bij de Universiteit Leiden.
In totaal zijn afgelopen 3 jaar inmiddels 90 postdoctorale onderzoekers in het programma geselecteerd. Daarvan komen er 38 van buiten de Europese Unie. De onderzoekers zijn afkomstig uit 31 landen.